132 resultaten

1542

A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 384/10e penning
10e en 100e Penning Bloemendaal

Haerlem beloept ter somme van 727 £ 5sc, die 10e penning 72 £ 14sc 6d, noch van elst van Ramp 2 £, die 10e penning 4sc. Schout en schepenen van Tetroede en Aelbertsberge verklaren de schatting naar eer en geweten te hebben verricht, op 1543-08-23. Bij mijn Pijeter Huch en Ic Pouwels Drick

folio nummer: fol 11

vervolg nummer: bruijckers in Haerlem

1589-05-29

R.A.H. O.R.A. 1063 fol 6v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Overveen oorkonden dat Reijer Ysbrantsz, buerman tot Aelbertsberge, erkende overgedragen te hebben aan Verdoe Claes Bloemertsdochter, een stuck weyland groot 4 morgen 1 hont in de ban van Aelbertsberg, noord en west: die erfgenamen van Dirc van Huessen, zuidoost: die Delft, zuidwest: Claes Claes Hals. Voor de vrijwaring verbindt hij zijn hofstede met 2 morgen land daer hij jegenwoordig op woont, ook gelegen in de ban van Aelbertsberg, noordoost en noordwest: Arys Jacobsz, zuidwest: die Vrouwencapelle, zuidoost: Willem Jacobsz (vgl 1581-08-25, 1584-02-17)

borgen: Floris Jacobsz en Jan Ysbrantsz, oock beyden buerlieden in Aelbertsberg voor Reyer Ysbrantsz; Dirck van Bronchorst en Batenburg, schout, Pieter Florisz en Jan Ysbrantsz, schepenen

1600-11-25

R.A.H. O.R.A. 1064 fol 16, 15v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen tot Overveen oorkonden dat Ghysbert Thonisz erkende verkocht te hebben aan Cornelis Pietersz tot Aelbertsberge, ½ van de bleykerije, teelcroften met ½ van het huij[s]gen daertoe behorende, in de ban van Aelbertsberg, daer die wederhelft of competeert aan Claes Arysz [Seuijlers], noord: die erfgenamen van Jan Pietersz ende die meer, oost: die Heerenweg ofte wildernisse, zuid: die buyrwech. Met het aandeel in de erfpacht daarop staande. Koper erkent deswege aan verkoper schuldig te zijn 800 Kar gld. Afgelost 1627-04-08 (vgl 1600-12-13, 1598-12-17)

Balthasar Cornelisz, schout, Gerrit Cornelisz en Floris Jacobsz, schepenen

1591-11-14

R.A.H. O.R.A. 1063 fol 51 no 44
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen van Tetrode oorkonden dat joncker Guido van Meerkercke, als vader en voogd van zijn kinderen bij wijlen jvr Theodora van Wijck, en jvr Johanna van Wijck, weduwe van Dirck Jansz van Woerden, in zijn leven ondergriffier van Holland, t.o.v haar zwager jhr Guido als voogd, in desen erfgenamen van wijlen joncker Floris van Jutphaes. Ende Maria Bitters, vrouw van Henrick Hoffman in den Haghe, als erfgenaem van jvr Catrina Bitters, weduwe van joncker Floris van Jutphaes, erkennen verkocht te hebben en mitsdien schuldig te zijn aan joncker Harman Bitter van der Messche en zijn drie vóór kinderen, een jaarlijkse losrente van 37 gld 10st, te lossen met 600 gld. Ende dit in plaats van zekere obligatie bij wijlen jhr Floris van Jutphaes en zijn huisvrouw tbv Guido van Meerkercke verleden 1583-06-05, en bij denselven Meerkerke aan jhr Harman Bitter en zijn kinderen getransporteerd op 1588-03-23, tot betalinge van de coop van zeecker huys en erve gestaen op ten Oever in Wieringen. Welke obligatie door de nu gepasseerde akte dood en teniet gedaan is. Onderpand: de hoffstadt en landen, boomgaerden, cingelen etc, genaemt t huijs te Aelbertsberge ofte Blommendael in de banne van Aelbertsberge gelegen, daer op den voirs joncker Floris van Jutphaes en zijn vrouw gewoond hebben en hem deselve toebehoort

Engbert Melisz Prins, schout, Floris Jacobsz en Cornelis Thaemsz, schepenen van Tetrode

1591-03-11

R.A.H. O.R.A. 1063 fol 33v no 35
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Overveen etc en de schout van Velsen oorkonden dat Engel Jansz, van Aelbertsberge, als man en voogd van Neeltien Anthoenijsdochter, nagelaten dochter van wijlen Antoenijs Maetijsz, in zijn leven buerman in Aelbertsberg, erkende schuldig te zijn aan Henryck ende Margritie van Berkenrode, kinderen van wijlen Sybrant van Berkenrode, in zijn tijd poorter van Haerlem, 225 Kar gld, spruitende uit de koop en custing van 2 stucken lands in de ban van Aelbertsberg, groot 1½ morgen, ende t ander gelegen in de ban van 400 Rynl. roeden, zoals Anthonis Mathijsz die reeds op 1569-01-26 van Sybrant van Berkenrode bij notariële akte gekocht had. Welke 225 hij onderhouden zal op losrente tegen den penninck 18, rente 12 gld 10st per jaar. Tot onderpand stelt hij deze voors. twee stukken land, het eene gelegen in Aelbertsberge, oost: de erfgenamen van Andries Willemsz Korver tot Alkmaar, zuid: Willem Sijmensz of zijn nazaten, west: de wildernis, noord: de erfgenamen van mr Pieter Bicker tot Amsterdam. Ende t ander gelegen in dye banschedinghe van Velsen, oost: die waeteringe genaempt Delleft, zuid: die erfgenamen van Andries Willemsz, west en noord: de erfgenamen van mr Pyter Bicker. In margine: Balthasar Cornelisz. Dese 225 gld syn ofgelost van Lysbeth Bickers ende aen Horst, gelicken hij aen mijn handen bekent heeft den 6 october 1598

Claes Cornelisz, schout, Cornelis Taemsz en Floerys Jacobsz, schepenen in Overveen, en Huych Fransz, schout van Velsen

1596-11-25

R.A.H. O.R.A. 1063 fol 106 no 100
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Aelbertsberge oorkonden dat Thaems Cornelisz, onse medebuyrman, erkende verkocht te hebben en mitsdien schuldig te zijn aan Adriaen Claijsz Brammer een losrente van 25 Kar gld per jaar, losbaar met 400 Kar gld; onderpand: een bleeckerij met zijn huis en woning in Aelbertsberg, noord: de Cleverlaen met Meynert Dircsz c.s, zuid: Tonis Albertsz potbacker en Jan ? [Jacob ?], oost: de weduwe van Jan Vrie [?] konyncoper te Haarlem, west: de wildernis. Op 1599-01-10 heeft de huisvrouw van Symon Maertsz, onse buyrman, de gecasseerde brief getoond, en derhalve is deze geroyeerd (vgl 1582-12-03, 1598-03-12)

Egbert Melisz Prins, schout, Gerrit Joorissens en Cornelis Jansz, schepenen; borg: Anne Jacobsdochter, weduwe van Heynrick Thaemsz met mr Jan Boudt [Bondt ?] als voogd

1602-05-18

R.A.H. O.R.A. 1064 fol 38v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in de ban van Overveen oorkonden dat Gerriet Dircksz Slinck, wonende in de ban van Aelbertsberge, erkende verkocht te hebben aan de eerbare Pierina Jansdochter, weduwe van Jan van Linde, een crofte hooch lands daer tegenwoordich haer eygen getimmert op staet, groot 5 hond, na meting van Adriaen Ockersz, gesworen lantmeter anno 1600, gelegen in onsen banne van Overveen, oostzuidoost: Claes Symonsz Crabbemorch met Maertgen Symonsdochter van Santvoort, west: die wildernisse, noord: Dingna Willemsdochter, weduwe van Cornelis Pieter Langeneel, zuid: de kinderen en erfgenamen van Claes Duijeren en Willem Jansz duynmeyer. Ende dat met ½ portie wechs op den Sylwech gelegen

Baltasar Cornelisz, schout, Cornelis Jansz Argeman en Ameedt van der Knocke, schepenen

1582-01-20

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 20
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in de ban van Overveen oorkonden dat Gerrit Dircksz Slink als man en voogd van Bat Jansdochter, weduwe van Neeloom Buijs, erkende verkocht te hebben en mitsdien schuldig te zijn aan Crijn Coemen en Jan Coemen, beyde jonger kinderen van wijlen Pieter Jansz Raet tot Haerlem, een jaarlijkse losrente van 6 Kar gld, losbaar met 100 Kar gld. Onderpand: een bleyckerije mitten huijse en erve, zoals die hem en zijn huisvrouw toekomt en door hen bewoond wordt in de ban van Aelbertsberge besyden Huesensvaert, oost: die Delft, zuid: St Margrietenklooster, west: die wildernis, noord: die Magdalenenvaert (vgl 1581-01-05)

Dirck van Bronchorst en Batenburg, schout, Cornelis Pietersz Langeneel en Philips Jansz, schepenen

1590-01-15

R.A.H. O.R.A. 1063 fol 13 no 15
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in de ban van Overveen oorkonden dat Aechte Pouwelsdochter, weduwe van Claes Gerritsz, met Aelbert Diericksz van Zaenen als haer gecoren voogd, geliede verkocht te hebben aan Baerent Wiggersz Koussebant, brouwer en poorter van Haerlem, 3 maden land in Aelbertsberge, oost: Engbrecht Gerritsz de Jonge, west: Jan Willemsz en de weduwe van Thaems Engelsz genaemt Annetgen Thaemsdochter, zuid: Floris Jacobsz, noord: de weduwe van Thaems Engelsz voors. Belast met 375 gld hoofdsom, rente 22 gld 10st per jaar. Met conditie dat de erfgenamen van Dirc Jacobsz de Vriese en Engbrecht Gerritsz de Jonge een notwech door de achterlanden hebben (vgl 1592-02-07)

Dirck van Bronchorst en Batenburg, schout, Pieter Willemsz en Jan Ysbrantsz, schepenen

1598-11-25

R.A.H. O.R.A. 1063 fol 47
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in de ban van Overveen oorkonden dat Jan Floren, buerman tot Aelbertsberg, erkende verkocht te hebben en deswege schuldig te zijn aan Thijs Aelbertsz, brouwer, poorter tot Haerlem, een jaerlixe losrente van 3 gld 2½ st per jaar, losbaar met 50 Kar gld. Onderpand: ⅓ part van 9 hond land gelegen in den gehuchte van Aelbertsberge, gemeen met Jan Aryensz All ende Arris [!] Cornelisz, mede buerluyden in denselven gehuchte, zuid: die H. Geest te Haerlem, noord: Pieter Jansz Keij, west: Jan Pietersz, oost: die Helst, belast met 3 gld 2½ st tbv Dirrick Steffensz Soutman en 12 gld 10st die Tryn Jansdochter, vrouw van Jacob Willemsz Slot, daerop heeft

Balthasar Cornelisz, schout (Jan Mathijsz ?)en Baert Claesz, schepenen in Overveen