3 resultaten

Bake | 1381-02-15

Van Mieris III p 365 e.v. en 465
Achternamenindex

uitspraak hertog Albrecht over de doodslagen te Haarlem: - Dirc Boudynsz dood 600 £, betaald door: Willem de Grebber, Willem Woutersz van Zaenden, Jan van Raephorst en Gheryt Baec met zijn magen, ieder voor ¼; 1387-07-16: hertog Albrecht vergeeft aan Hughe Baec hetgeen hij tegen hem misdreven heeft door het huis van de schout van Haarlem aan te vechten, eveneens vergiffenis voor Barthelmees Jacobsz, zijn knecht

Haarlem

1579-01-31 |

G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 247v
Haarlem Algemeen

Barthelmees Dircsz, snijder, als vader en voogd van Tryntgen, Elisabeth, Anna en Griet, zijn kinderen geteelt bij Aechte Meynertsdochter, zyn tegenwoordige huisvrouw. Erfgenamen van Jan Meynertsz, timmerman, verkopen aan Cornelia Cornelisdochter weduwe Jacob Jansz een huis en erf in de crompte van de Clerckstege, an d'een side: die nyeuwe camer an Dirck Hasselaers erfg. groene camerken, an d'ander side: t halve nyeuwe huysken dat van mr Quiryn gecomen is ende an Wigger Koussebants ledich erve streckende, achter streckende an t nieuwe camerken voorn. Belast met ½ van 15 schell sjaars. Koopsom 94 Kar gld. Henrick Jansz, van Arnhem, voocht van Cornelia Cornelisdochter

1555-03-30 |

R.A.H. Coll Aanw 257 fol 734v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

op de differenten geresen voor de commissarissen geordonneerd bij den Hove van Holland ter auditie en sluiting van de rekening van t Hontsbosch en de duynen van Petten van den jare 1554, tussen Jan Dirck Oerkis van Valckenkooge en Harck Jansz van Schagen c.s ter zelfder tyt op de rekening mede gecompareerd zijnde, ter eener zijde, en Dirck van Teylingen, rentmeester van dezelve Hontsbosse, ter andere zijde, in den Hage op 27 en 28 maart j.l. gerezen, beslist het Hof dat de commissarissen tot sluiting van de rekening zullen procederen "sonder te roeyeren de vacatien by de voors. ingelanden gedaen op te besaeyinge van de diepinghe van de Butteroort ende de tonnen omtrent Alckmaer, ende sonder oeck te letten op de royeringe bij de voorn. Jan Dircksz c.s. versocht nopende de artikelen van de leveringhe van de Villevortsche schorresteenen metten aancleven van dien, op te attestie van Barthelmees van Teylinghen gedaen, behouden hemluyden altoes heur actie tegen denselven Barthelmeus, indien naemaels bevonden wordt t selve sulcx te behooren etc"