6 resultaten

Bake | 1381-02-15

Van Mieris III p 365 e.v. en 465
Achternamenindex

uitspraak hertog Albrecht over de doodslagen te Haarlem: - Dirc Boudynsz dood 600 £, betaald door: Willem de Grebber, Willem Woutersz van Zaenden, Jan van Raephorst en Gheryt Baec met zijn magen, ieder voor ¼; 1387-07-16: hertog Albrecht vergeeft aan Hughe Baec hetgeen hij tegen hem misdreven heeft door het huis van de schout van Haarlem aan te vechten, eveneens vergiffenis voor Barthelmees Jacobsz, zijn knecht

Haarlem

1582-11-12

folio 204v
Transportregister Haarlem

Philips Gerrytsz, schrynwercker, verkoopt Guerte Baerts weduwe van Dirick Jansz Ones [Oves ?] een camer met erve in de Gorterstege, oost: Joosgen Barthelmees Cruijnen [Cruijven ?], west: Barthout Diricsz, achter streckende aen Ronge Harman Rodens. Belast met 6 Kar gld 15 st sjaars, losbaar met 112 gld 10 st, die de stad Haarlem daarop heeft ter zake van de eerste koop. Koopsom 22 Kar gld

1555-03-30 |

R.A.H. Coll Aanw 257 fol 734v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

op de differenten geresen voor de commissarissen geordonneerd bij den Hove van Holland ter auditie en sluiting van de rekening van t Hontsbosch en de duynen van Petten van den jare 1554, tussen Jan Dirck Oerkis van Valckenkooge en Harck Jansz van Schagen c.s ter zelfder tyt op de rekening mede gecompareerd zijnde, ter eener zijde, en Dirck van Teylingen, rentmeester van dezelve Hontsbosse, ter andere zijde, in den Hage op 27 en 28 maart j.l. gerezen, beslist het Hof dat de commissarissen tot sluiting van de rekening zullen procederen "sonder te roeyeren de vacatien by de voors. ingelanden gedaen op te besaeyinge van de diepinghe van de Butteroort ende de tonnen omtrent Alckmaer, ende sonder oeck te letten op de royeringe bij de voorn. Jan Dircksz c.s. versocht nopende de artikelen van de leveringhe van de Villevortsche schorresteenen metten aancleven van dien, op te attestie van Barthelmees van Teylinghen gedaen, behouden hemluyden altoes heur actie tegen denselven Barthelmeus, indien naemaels bevonden wordt t selve sulcx te behooren etc"

1579-01-31

folio 247v
Transportregister Haarlem

Barthelmees Dircsz, snijder, als vader en voogd van Tryntgen, Elisabeth, Anna en Griet, zijn kinderen geteelt bij Aechte Meynertsdochter, zyn tegenwoordige huisvrouw. Erfgenamen van Jan Meynertsz, timmerman, verkopen aan Cornelia Cornelisdochter weduwe Jacob Jansz een huis en erf in de crompte van de Clerckstege, an d'een side: die nyeuwe camer an Dirck Hasselaers erfg. groene camerken, an d'ander side: t halve nyeuwe huysken dat van mr Quiryn gecomen is ende an Wigger Koussebants ledich erve streckende, achter streckende an t nieuwe camerken voorn. Belast met ½ van 15 schell sjaars. Koopsom 94 Kar gld. Henrick Jansz, van Arnhem, voocht van Cornelia Cornelisdochter

1580-12-31

folio 66v
Transportregister Haarlem

Jacob Ysbrantsz, schepen deser stad, voor hem zelf en voor zijn zuster Anna Ysbrantsdochter, tesamen erfgenamen onder benefitie van inventaris van Claes Ysbrantsz hudecoper, heurlieder za. broeder, voor de ene helft, en Ysbrant Staets Hageman ende Michiel Diricsz, backer, namens alle erfgenamen van wijlen Margriete Jansdochter in haar leven huisvrouw van de voors. Claes Ysbrantsz, voor de andere ½, verkopen Cornelis Cornelisz van Heemstede een huizinge met erve genaemt "de Bellaert" in de Cruysstrate over t Heylige Geesthuys, aen d'een side: Jan Evertsz, scoemaker en Claes Heynricsz, aen d'ander side: Barthelmees Jansz c.s, achter met een camer over de plaetse streckende tot aen t erve van de bisschops huysinge eertyts. Koopsom 1420 Kar gld. Borg voor de twee eerste termijnen Adriaen Pietersz Vlasman

1583-10-14

folio bij fol 199 (los inliggend)
Transportregister Haarlem

Balich Claesdochter weduwe Jacob Claesz van Aekersloot, Marytgen Dircsdochter weduwe Cornelis Claesz, van Assendelft, met Jacob Gerytsz van Heyloe als hun gecoren voogd. Item noch de voors. Jacob Gerritsz voor hem zelf en als man en voogd van Gerburch Derixdochter, en Jacob Adriaensz van Ackersloot uyten name en van wege zyn moeder Hillegont Dircsdochter. Allen erfgenamen van wijlen Garbrant Jansz van Maerssen, voor d'eene helft. Ende Gerburch Pietersdochter vuyt Texel als erfgename van haar zuster Neeltgen Pieters, in haar leven huysvrouwe van de voors. Garbrant van Maerssen, geassisteerd met Thonis Jansz, viscoper als haar gecoren voogd, voor de andere helft. Zij bekennen dat zij al in den jare 1578 vercoft en tot een vryen eigendom opgedragen hebben, sulcx zy verkopen en opdragen by desen, aan Claesge Walichsdochter weduwe Pieter Claesz, wollewever, een huis en erf gelegen in de Bouwerijstege, aen d'een side: Pieter Jansz Sweer, aen d'ander side: de poorte toebehorende aen de erfgenamen van Barthelmees Jacobsz, achter streckende aen de huysinge genaemt "de Vergulde Braesem". Belast met 10sc. Voor de vrijwaring stelt Marytgen Dircsdochter weduwe Cornelis Claesz, van Assendelft, tot onderpand haer huysinge en erve in den Aneganck, aen d'een zide: Cornelis Sweersz, cleermaker, aen d'ander: Jan Cipriaensz, achter streckende aen Aeff in den Arck. Thonis Jansz, viscoper, q.q. stelt zich borg voor de ½ van Gerburch Pietersdochter en stelt tot onderpand zyn huysinge en erve in de Cleyne Houtstraat, an d'een zide: Willem Florisz, schipper, an d'ander: Harck Wolffertsz, achter streckende aen Neele Ysbrantsdochter weduwe Stoffel de vleyshouder (vgl 1578-01)