101 resultaten
1422-10-23 |
R.A.H. Coll Aanw 57 fol 372/Reg in Beyeren fol 176
Jaartallenindex
hertog Johan oorkondt dat hij om veler trouwen dienst wille die ons Heynrick Hermansz, onse casteleyn tot Woerden was in sinen levenden lyve, tot velen tyden gedaen ende bewyst heeft ende zyn zoen Willem, ons oft God wil noch in toecomende tyden doen sal, denselven Willem gegeven hebben en gheven mit desen brieve alsulke goede ende erfenisse als hierna beschreven staen, ende ons aengecomen en bestorven zyn van Gheryt van Geestorp: 1) een tiende gelegen in het land van Montfoort, belend oost: Bredevelderwatering, west: slants kae, streckende opwaert van der Lijnscote an die Cattenbroeker watering toe, 2) sulker hofstad als binnen onser stede van Woerden legt, oost: die veste, west: de grafelijkheid, streckende van der Poel aen den Ryn, 3) 2 morgen lant in s Gravensloet, gelegen an die oestzyde, oost: Gysbrechts land van Galencop, west: Gysbrecht voorn. met een weer lants van 8 morgen, opwaert streckende van den Nuwensloet tot s Gravensloterwatering. Tot een onversterfelijk erfleen
1564-09-09 (2) |
Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 122v/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex
Erasmus de Vrome, prior domus en Wouter Mathysz ten Berghe [= St Geerdenberg] malcanderen voir den richter tot Drimmelen, met name Michiel Petersz alias Cock gegeven die gifte van lande gelegen in Heyn Aertsz hoeck, ons toebehorende, ende op huyden daeraff scheyden daer geen recht meer toe hebben, ende daer voir ontfangen die gifte van ⅓ deel lants in Kyfhoeck ons daervoir competerende, gelegen te Drimmelen, daer die brieven metter gifte af beschreven staen in den quartier van Drimmelen, al daer om mits dien wij hier ter plaetse gecasseert hebben, Wouter Mathysz gelevert desen doergedaen brieff maer mits dyen desen brief spreeckt van de ½ van 11 morgen lants ende 5 morgen lants, oft convent daer enige questien desen brief an toecomen, tyden [?] mocht van noode hebben sal men vinden om ons te mogen behelpen daermede, soe verre des noot zyn, vinden duer [??] erfgenamen van Wouter Mathysz als sij bij hare signature ende Cornelis Heys ons gemachtich bekenne (vgl 1440-06-03)
by my Wouter Mathysz, Cornelis Heijs, Mathys Woutersz
1441-12-18 |
G.A. Amsterdam Inv no 100 regest 25/Arch Huiszitten Armen Amsterdam
Jaartallenindex
schepenen in Weesperkarspel oorkonden dat Aernt Claesz verkocht heeft aan Marten Gherijtsz alle alsulke erffenisse ende goede hem aanbestorven bij doode van Lambert Heynricsz, den voirscr. Aernt Claeszoens vijfs broeder van alzulke goede als hierna beschreven staen: in den eersten ⅕ deel van 3 morgen lands en ⅓ hont in der zate dair Marten voirn. nu ter tijt woent metter helfte van der hofstede ende ⅓ deel van der ander helft van derzelver hofstede bi der Smaelre Weesp. Daertoe ⅓ deel van eenre morghen lants ghelegen op die Hoghe Made. Ende waer dat sake dat Lambert voirs. tot enighen tijt te lande quaem ende aenvoer dese voirs. goede alzoe als men van zijnre doot niet wittachtich en weet, zoe heeft Aernt Claesz voirn. gheloeft ut te reycken ende wel te betalen 20 nob. v.d. voers. coep, daertoe 9 nob. van de verschenen renten, te verhalen aen 2½ morgen lants int Stofferslant gelegen in Weesperdijc etc. In dorso: Lade 9 no 47
Gheryt Reiniersz (zegel: een zwaan of gans ?). Jan Peter Martensz.z (3 korenbloemen, 2,1 ?), Albert Zwannick Reyniersz.z (een zwaan), schepenen
1424-11-01 |
R.A.H. Coll Aanw 56 fol 107v, 108/Reg in Beyeren IX fol 55, 56
Jaartallenindex
hertog Johan geeft om bede wille van vrienden Jan van Spernewoude Claessoen Claessoen een stuck gheestlants gelegen in den ambacht van Lisse ende geheten is Berchout, mit alle conynen ende wilde datter in is en voedet ende daerin comen ende voeden mach, welck lant die rentmeester van Noertholland voertijts te verpachten plach ende belegen is mit lendenen hierna beschreven. Dats te weten dat dorpe van Lisse aen die oestside, Symon Aerntssoen ende Ghijsbrecht van Noertich an die westsyde, Jan Aerentsoen an die noertsijde, ende 't lant dat onsen Vrouwenbroederen van Haerlem toebehoert an die zuytzyde. Te houden in allen schijn als 's Hertogen vader gegeven hadde Jan Dirckszoen sijnen clerc, dats te weten tot een rechte leen, ende vrij ende onbelast te blijven van sulken pacht als die rentmeester voirs. jaerlyx daerof placht te beuren. In margine: dit is Jan van Spernewoude ten erfleen gegeven bij Vrouw Jacob van Beyeren. Dezelfde akte nogmaals op fol 108
Drongelen, van | 1471-01-18 (1470)
Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 22, 66
Achternamenindex
Robert van Drongelen en Odelye van der Merwede contra Raesse de Bourchove voor zijn vrouw Hadewich van Drongelen en Guerardus de la Haye, deurwaarder van wapenen, eerste aanleg: zaak reeds eerder voor het Hof van Holland, verkoop en verdeling van de heerlijkheden Meeuwen, Eten en Drongelen. Partijen worden de hun toekomende omstandig beschreven gronden, rechten vergoedingen en titels toegewezen; 1473-09-15: idem zaak reeds herhaaldelijk voor de Grote Raad: gerechtelijke verkoop van voornoemde heerlijkheden, in uitvoering van een vroeger vonnis van de Grote Raad; decreet van inbezitstelling verleend ten voordele van de koper van de heerlijkheden
1491-05-21 |
Ms Opstraeten van der Molen III fol 768
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem en leenmannen van de grafelijkheid oorkonden dat de eerbare Wouter van Bekesteyn als man en voogd van jvr Margriete Pieter Braeuwendochter, aen d'een sijde, ende Dirck Claesz die Vrijese als man en voogd van Cornelie ook Pieter Braeuwendochter, aen d'ander sijde onder elkaar verdeeld hebben de goederen hun aangekomen bij dode van Pieter Brauwe ende syn wijff Femme, van Sybrant Gerritsz ende van syn wijff Geertruijt, van Aef Dircsdochter en Alyt Petersdochter, beijde professide suster in den clooster van St Margriete te Haarlem, alle sal. ged., ende dat in manieren en voegen hiernae verclaert. Dat de voors. Wouter van Bekesteyn van wege sijn huijsfrouw hebben en behouden sall de parcelen hier nae beschreven. In den eersten etc.. Item 3 coeven gelegen achter Jan van Berckenrode's boomgaert binnen de vryheijt van Haerlem. Daer tegen de voors. Dirck Claesz de Vrijese bedeelt is van wege sijnre huysvrouw etc
Claes Pietersz Sael (zegel: een klimmende leeuw), Bartholomeus van der Meer (3 meerbladen, 2,1, de stelen omlaag), schepenen; Evert Jansz (twee balcken waerop 5 ruijten) en Willem van Adrichem (een leeuw waarover een balck, op de helm een wrong en een tobbe waerut een halve leeuw), leenmannen
1568-07-09 |
R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv 57f regest 120
Haarlem Algemeen
achter de Wildeman. Schepenen in Haerlem oorkonden dat Jacob de Coninck, brouwer, overdroeg aan Jan Gerytsz schipper, twee cameren en erven gelegen bezyden malcanderen achter den huyze genaemt de Wildeman op den houck van den Bakenessergrafte bij de Corte Brugge, met een kelderdeur onder, ende met alsulcke vriheit van 2 andere kelders onder die strate als daertoe deselve camers gerechtigt zyn. Belend an d'een zide: Jan Gerytsz voirs, an d'ander: die poorte van denzelven Jacob mit een gemene gevel, streckende voor van der strate ofte grafte afterwerts aen Jacob de Coninck voorn. Des syn t voorwaerde dat die huijsinge van Jacob de Coninck voirs. an ende in dese voors. cameren getimmert sal blijven als nu daeran ende inne getimmert is, ter tyt toe dezelve huysinge vertimmert ofte gerepareert wordt. Beschreven als: stukken betreffende het huis de Wildeman en omgeving op de hoek van de Bakenessergracht (vgl 1566-02-06)
Huge Boll van Saenen (zegel: paal en kruis) en Dirck Wij (afgesleten, leeuw ?), schepenen
1518-02-25 (1517) |
R.A.H. O.R.A. 242 fol 389-393v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
compareerde voor den Hove heer Gerard van Reymerswale, ridder, als man en voogd van vrouwe Willemina van Schagen, en Jan van Schagen de jonge, mede namens zijn broeder Willem van Schagen, en verklaren dat zij de akte dd 1517-03-24 waarbij zij hun geschillen submitteerden, doch die geexpireerd is, verlengen tot over 14 dagen. Op 2 Maart d.a.v. doen commissarissen uit het Hof uitspraak: heer Gerrit zal namens zijn huisvrouw aan Jan van Schagen overdragen al haar goederen die in de huwelijksvoorwaarden beschreven staan, behalve het huis binnen Haarlem, gecomen van coman Jan van Antwerpen, zijner huisvrouwen oudoom. Jan zal hiervoor t.b.v heer Geryt passeren een rentebrief van 50 R gld sjaar (van 40 gr) losbaar den penn. 18. Jan zal verder zijn zuster voors voor haar vaders en moeders erve moeten geven een erfelijke rente van 36 R gld sjaars, losbaar den penn 18. Geen uitspraak wordt gedaan over het recht dat heer Geryt namens zijn vrouw pretendeert op die moederlijke goeden geaanvaard bij wijlen Geryt van Schagen
1524-05-30 |
Cartul St Jan Haarlem no 1251/Inv Arch Heerlijkheid Heemstede p 134 no 417
Jaartallenindex
broeder Symon van Zanen, commandeur van St Jan te Haarlem, en Andries van Bronchorst here van der Schoot, Raedt in Holland, als voogd en momber van de kinderen van wijlen Johan van Heemstede wijlent here van Liesvelt ende Heemstede "sijn gheaccordeert ende overcomen in manieren hierna beschreven. Eerst soe sal die here die commenduyr ghehouden wesen tot synen coste te doen in die capelle van Heemstede toebehorende staende an die kercke van St Jansheren te Haerlem, daer die selve here van Heemstede, sijn hysvrouwe ende Philips van Heemstede begraven leggen, ten ewigen daghe tot lavenisse voir hun zielen 4 missen per week". Tbv deze missen is den commendeur gegeven een verguld zilveren kelk wegende 14½ ons, een casula van zwart fluweel en een zwart camelot, 3 allben en 4 dwalen. Verder zal de commandeur de memorie van deze personen doen. In de kapel zal een tafel staan met het wapen van Heemstede, met nog andere bepalingen. De erfgenamen van Jan van Heemstede geven hiertoe elk jaar XCC V ende XX ingaande (St Jacobsdag) de som van 31£ Vlaems
1479-07-26 | Uitgeest
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 162/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
schepenen in Hairlem en leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Baef Claeisdochter met haar man en voogd Gerit Baertsz, geliede dat zij in het jaar 1473 op 31 Maart (1473-03-01) bewezen heeft haar 3 kinderen die zij gewonnen heeft bij Claeis Butterman, die in zijn leven hoir getroude man was, namelic geheeten Clais, Geertruijd ende Alijt, hoirlyeder svaders erve. Elk kind zou ontvangen aan erfelijke renten 14 R gld sjaars, breeder beschreven in der stede weesbouck van Hairlem, maar die nog ongedeeld zijn. Dat haar dochter Alyt Claeisdochter in het Zijlklooster gegaan is. Geschil over het haar toekomende deel, verbleven aan het zeggen van Wouter van Bekestein en Adaem Gerytsz. Deze wijzen het klooster voor Alijt toe een stucke lants gelegen te Crommenierdijck in den ban van Uytgeest, ende gelt sjaers 8½ R gld, groot ± 6 maden, dair lenden of zijn zuid: Baert Jansz ende Aechte Coffers mit hoir kinderen tezamen, noord: Claeis Janszoonskinderen, west: de Crommenije, oost: Nan Beyersz. Verder 35 R gld in geld
mr Jan Diericxz en Dierick van Bekestein, schepenen, Claeis van Ruijven en Willem van der Voirde, leenmannen