36 resultaten
1626-02-23
R.A.H. O.R.A. 1065 fol 197
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Jan Gysbertsz van Leeuwen, onse oude schout, transporteert aan Dieuwer Cornelisdochter, weduwe van Engel Florysz, een huis en erf en thuijn in de ban van Tetrode, met enige tafels, bancken, alle turf en brandhout, tacken en wagen en al het hooij op zolder, het welck de voors. Engel Florisz in zijn leven met het schoutampt daer beneffens van den voorn. Comparant gecoft heeft, oost: Meyndert Gerritsz, west: de Heerewech, zuid: het Santvoorder voetpad, noord: de Heerewech. Belast met 6st 14 penn Brederodes erfhuur. Dit voors. huys, erve, thuyn, beneffens het schoutambt is verkocht voor 3225 gld, te betalen in 6 parten; 1629-12-03: afbetaald
Dirck Luijtsz Groen, schout, Gilliaem Bossu en Jan Willemsz Noom, schepenen in Tetrode
Amstel, van | 1169
v.d. Bergh I no 155/Oorkbk Sticht Utrecht I no 462
Achternamenindex
Egbertus van Amstel is door de bisschop van Utrecht in de ban gedaan omdat hij zich met geweld rechten had toegeeigend in Amestella en in andere "justitiis in circuitu". Arbiter is de aartsbisschop van Keulen. De voorwaarde tot verzoening is dat Egbertus al zijn lenen en paludem Bindelmerbroec [Bijlmermeer in Gooiland bij Weesp, in 1627 drooggelegd] en de halve tiende te Wispe die hij zich toegeeigend had, weer afstaat als dienstgoed van het schoutambt (van Amstel), waarin alleen zijn zoon Giselbertus hem mag opvolgen
1513-10-13 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 385/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Jan van Egmond, gouverneur, president en Raden van Holland etc verzoeken ernstig aan dekens en kapittels ten Dom en van Oudmunster te Utrecht (onder bedreiging van verhaal op hun geestelijke en wereldlijke goederen in Holland) om ter zake van het accoord dat door hen met de heer van Brederode gesloten is over die tienden, waarbij was bepaald dat de penn, het drostambt van Hagestein en het schoutambt van de Vaart van welke de beide kapittelen de lossing sustineerden, door hen zouden worden gedeponeerd bij de uit den Hove van Holland gekozen arbiters, en dat de brieven waarop zij hun recht gronden binnen 2 maanden zouden worden geleverd, terwijl Walraven van Brederode in het bezit der ambten inmiddels zou verblijven niet te verbreken. De kapittelen hebben namelijk niet alleen andere arbiters "mits dien genouch suspect wesende" benoemd maar hadden aan Walraven een concept van een compromis toegezonden, te maken tussen hem en Jan de bastaard van Brederode, en waarbij de eerstgenoemde de brieven van bewijs en penningen aan de kapittelen zoude overleveren, alles met bedreiging van het kerkelijk interdictum ten einde hem aldus uit het bezit zyner goederen te kunnen zetten. Gedaan te Haarlem
Nyenburch, van der ~ | 1517-09-07
Bruinvis: Alkmaar p 18, 4
Achternamenindex
Jan Gerritsz [van der Nyenburch] benoemd tot vroedschap van Alkmaar; 1486-1520: burgemeester, genoemd Jan Gerritsz van Egmond; 1504-05-21: Jan Gerritsz pacht per 4 april voor 187 £ per jaar voor 3 jaar het schoutambt van Alkmaar, waarbij zijn medestanders waren Barthout Gerritsz, Dirc Symonsz [van Neck] en Snel Claesz; 1507-08-26: idem voor drie jaar; 1510-06-21: voor 6 jaar, 100 £ per jaar; 1495-1504: onderschout voor Willem heer van Egmond; 1521-11-26: Joost van Borsele pacht het schoutambacht, bij zijn afwezigheid wordt Jan Jansz, zoon van Jan Gerritsz substituut; 1523-03-25 sterft Jan Gerritsz
Sonderdanck | 1517-1518
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 267, 274, sub c, dl IV dossier 385 (358 ?), dl VII dossier 686/1
Achternamenindex
Willem Sonderdanck, schout substituut van de baljuw van 's Hage; 1519: Willem Sonderdanck Fransz, schout van den Hage: hij eist verrekening van de door hem voorgeschoten renten en verrekening met de pacht van het schoutambt; 1516-03-10: werd bepaald dat zijn termijn als schout op 1516-03-01 eindigd doch dat hij gehandhaafd zou worden tot een ander gevonden was; 1534-1535: Willem Sonderdanck, Jan Estrick, Adriaen de Milde in den Hage en Jacob Cornelis ballemaker in den Hage, hadden samen een obligatie groot 460£ Vls ondertekend op 14 juli 1528 met hoofdelijke aansprakelijkheid (dl IV dossier 385); 1526-03-09: obligatie in den Haag gepasseerd o.a. door Willem Sonderdank; 1528-06-10: idem van Willem Willemsz, Willem Fransz Sonderdank, Adriaen Claesz de Milde en Jacob Cornelisz Ballemaker aan Ambrosius en Hans Hoochsetters, ter waarde van 716£ 7sc; 1528-08-28: kopie van een akte houdende een verklaring van Jacob Cornelisz Ballemaker waarbij hij bepaalt dat Adriaen Claesz de Milde en Willem Fransz Sonderdanck niet behoeven te betalen een obligatie van 700£, die zij mede hadden ondertekend; 1514-11-28: Willem Sonderdanck, schout van den Haag
Schagen, van | 1492-1493
Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 268; E.A. Dossiers dl I dossier 102
Achternamenindex
Jan van Scaghe contra Claes Coerf, schout van Hoorn. Geschil over het schoutambt te Hoorn sedert 1492. Verweerder had dit in 1489 gepacht in 1492 met 3 jaar verlengd. Pas in 1498 ging eiser die een schenkingsbrief van de Vorst had verkregen, in appel bij de Grote Raad. In zijn proces bracht eiser naar voren dat verweerder rees 5 ambten bekleedde, terwijl dit volgens Hollands recht er mar 2 mochten zijn. Verweerder stelt dat deze regel in onbruik is geraakt, en stelt bovendien dat de appellatie reeds in 1489 gedaan had moeten zijn. 1493-08-20: eerste aanleg (no 102, schrifturen en onderzoek); 1493-08-30: vonnis. Claes Corf had dit ambacht in 1489 gepacht en deze pacht was in 1492 met 3 jaar verlengd.In ditzelfde jaar zou het ambt aan Jan van Schagen verleend zijn. Partijen verwijten elkaar onloyaal gedrag jegens de vorst: Jan zou deelgenomen hebben aan de rebellie in 1491 (eiser was toen schout van Haarlem). De Grote Raad stelt eiser in het ongelijk, wijst het ambt aan verweerder toe. Met tal van bijgevoegde processtukken o.a. moeten de Westfriese dorpen 2000£ betalen voor de schade aan persoon, huis en goederen te Alkmaar van Claes Corf toegebracht (102/2)