Bedoelde u soms?
1108 | 1170 | 1171 | 1172 | 1173 | 1174 | 1177 | 1178 | 1179 | 1472 | 1473 | 1474 | 1478 | abr.z | amria | arca | arda | area | aura | aurea

101 resultaten

Arkel, van | 1382-11-25

A.R.A. Leenkamer 117b fol 66v
Achternamenindex

Otto van Arkel beleent Henric Peker met 8 morgen land op Lange Scheijdewijck tussen Gheryt van Beesde Peter Gherijtszoons erfnamen en de weg aan de ene zijde en Maes Props erve aan de andere zijde; met behoud van lijftocht voor Hille vrouw van Jan Henricsz

mannen: Wouter van Delf en Jan die Vulder (Wilde)

1467-04-24 |

A.R.A. Holl. Leenkamer 117B fol 83v
Jaartallenindex

…....... beleent Marcelis van Spijck ½ camp lants in de heerlijcheyt van Asperen after in Rembouts hoeve, onderdeelt met Willem van Spijck, belend boven Willem Ottenz, beneden Herman Liefmanshoeve, blijkens zijn leenbrief die hij daarvan van Aernt Pieck heeft dd 1552-10-11. Op dezelfde dag wordt Zegeraert Marcelisdochter van Spyck beleend met de andere helft van deze camp, onderdeelt met haer vader Marcelis van Spyck

Gorijs Folpaertsz, man van de heerlijkheid Asperen

Ackoy, van | 1467-04-17

A.R.A. Leenkamer Holland 117b fol 82v
Achternamenindex

Jan Ottenz wordt door de heer van Asperen beleend met 2 morgen land in de heerlijkheid van Ackoy in Gyskynscamp, onderdeeld met Dirck Storm, belend tussen: Herman Gerytsz en Beatris Gijsberts

Jode, de | 1460-01-04 (1461)

A.R.A. Leenkamer no 117B fol 68
Achternamenindex

de heerlijkheid Hardinxveld opgedragen door Bruysten de Juede, schildknape, aan Karel van Bourgondië, ontvangt het weer in leen, met uitzondering van de hoge heerlijkheid en alle leenmannen behalve Floris van Kyfhouck

leen van Arkel

Asperen, van | 1425-05-10

A.R.A. Leenkamer Holland 117b fol 80
Achternamenindex

Otto van Malsen oorkondt dat hij als leenman van jhr Arend Pieck heer van Asperen er over gestaan heeft toen Pauwels Dircs opgedragen heeft 10 hont land in de heerlijkheid Asperen in een hoeve geheten Pouwels Jacobsz hoeve "int vorste gewijnt van den efterencamp", belend boven: Folpert Gerytszoons erven, beneden: Gysbrecht Florijsz (vgl 1467-04-17)

Asperen, van~ | 1467-04-24

A.R.A. Leenkamer Holland 117b fol 83v
Achternamenindex

leenman van Asperen: Gorijs Folpertsz, getuige

1462-03-06 (1461) |

A.R.A. Leenkamer 117B fol 30v/Reg Charolais
Jaartallenindex

de graaf van Charolais oorkondt dat jvr Marije Gheryt Knijfsdochter met haar man en voogd Louwerens Ghijsbrechtsz heeft opgedragen tbv Claes Woutersz 7 morgen en 2 hont land in de heerlijkheid Asperen opt grote Hogelant ende geheten zijn Knyffscampen, belend boven de here van Charlois, die Vrouwe van Asperen, here Rutgers weedwy van Boetselaer ende dat convent van de Cruysbroeders te Asperen, en beneden Huge Gerytsz weedwij mit hoeren kinderen ende Claes Woutersz selve, die sij van de heerlycheyt van Asperen te leen helt

1462-05-13 |

A.R.A. Leenkamer 117B fol 42/Reg Charolais
Jaartallenindex

de graaf van Charolais beleent Ermgaert [Claes] Dirck Bentszoensdochter met 2 morgen land gelegen in het ambacht van Strevelant in een weer lants, daer an die oostzijde naest gelant sijn: Gheen Gherytsz kinderen, west: Herberen Gherytsz ende Meeus Jansz, haar aangekomen bij dode Claes Dircsz Bent, hoeren vader. Hulde doet voor haar haar man en voogd Jacob Jansz; 1463-03-15 (1462): met haar zoon Jan en haar man Jacob Jansz draagt zij dit leen over aan Cornelis Willemsz

Diemen, van | 1467-05-02

A.R.A. Leenkamer 117b/Reg Charolais fol 95v
Achternamenindex

heerlijkheid van der Lede: beleend Margriet Gijsbertsdochter van Diemen een horne land in het land van der Lede op Overheijcoop met de kae, belend boven: Gijsbert van Tienhoven, beneden: de Zeven hoeven. Hulde doet haar man Gysbert van Huesden. Katern vóór fol 90: "Dat dartienste weer hout 8 merghen. Die 4 mergen Franck van Diemen ende die 4 morgen Jan van der Haer"

Heukelom, van | 1467-04-28

A.R.A. Leenkamer 117B Reg Charolais fol 71
Achternamenindex

leen van Heukelom: beleend Herberen van Hoecle met 10 morgen land gelegen in het Broeck, belend: Mechtelt Dircx bastaarddochter van Hoklum "ons broeders" [van de heer van Heukelom ? Letterlijk overgenomen uit de leenbrief van 1451 ?] en Floerkijns zydwin aan de andere zijde, strekkende van het gericht van Vueren tot de hoge weg in Dalem, zoals zijn brieven van de jonkheer van Huekelom 1454-03-17 in houden