48 resultaten

1550 (30) |

G.A.H. Inv I no 1633/Cartul H Geest Haarlem
Jaartallenindex

een erfrente van 15 st sjaers staende op een stucke lants gheheten Zijkerhorne, gheleghen in den ban van Uytgheest, dat Jan Willem Dirrick Symonsz.z van der Zijpe den H. Gheest jaerlicx op besprooken hadde 20 st, blijckende bij de registeren van den jare 1414 en 1419, welcke 20 st ghestelt zijn op 10 oude botdragers alst blijckt int register van den jare 1423, waerbij het ghebleven is nae uijtwijzen alle die navolgende registeren, des betaelt men voor elken oudt botdrager 3 groot (fol 133)

1550 (31) |

G.A.H. Inv I no 1633/Cartul H Geest Haarlem
Jaartallenindex

[Westzaan] een erfpacht van 1 g. Vrancr. sc. sjaers, staende op 2 maden lants legghende in Dirck Egbertsz weer van de zuizijde in te meten, welcke 2 maden lants den H. Geest gegeven waren tot schoenen, blijckende bij de oude registeren van den jare 1401 tot den jare 1454 daert blyckt dat het in erfhuijre uijtgegeven is (fol 138)

1594-03-25 (2) | Heemskerk

G.A.H. Inv I 1633 fol 46v/Cartul H. Geest Haarlem
Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Eemskerck oorkonden dat de edele en erentfeste joncheere Cornelis heere van Assendelf, Goudriaen etc, en mr Willem Berdesius, burgemeester der stad Amsterdam, tesamen ter eenre, ende Jan Deyman, Meynaert Dircxz van Huessen, ende Dirck Soutman, tegenwoordig regenten van de H Geesthuis binnen Haerlem, van wege hetselve godshuis, ter ander zijde, verklaarden dat zij tesamen (jhr Cornelis voor ¼, mr Willem voor ¼, de H. Geest voor ½) hebben gehad een stuk weyland genaemd Groot Everscamp, gelegen aen die zuidzijde van Assemburgerveer in den banne van Eemskerck, tweclk ten verzoeke van de regenten met een gemeene sloot van 6 voeten het opschot en wedersyden was doergeschoten, streckende dezelve schaysloot van de voors. veersloot suijdt op. Vervolgens is na loting de oostelijke helft, opgemeten door mr Pieter Bruynsz, ghesworen landmeter, groot 2046 roeden, toegewezen aan jhr Cornelis en mr Willem, en de westelijke helft van gelijke grootte, aan de H. Geest. Bezegeld door den schout, daar schepenen geen zegels gebruiken

Laurens Janssen, schout, Symon Lambertsz ende Jan Ivertsen, schepenen

1588-10-06 |

G.A.H. Inv I 1633 fol 142/Cartul H. Geest Haarlem
Jaartallenindex

schout van Hillegom en schepenen aldaar oorkonden dat de regenten van het H. Geesthuis te Haerlem, overgegeven hebben in een eeuwige erfpacht aan Meeus Engelsz, buurman te Hillegom, een stucke landts legghende in den ban voorn. in de Hooghe Veenen, groot 9046 roeden, belend oost: Jan Hendriksz, zuid: Aris Arisz, west: Oetgen Joosten, noord: Katryn van Berckenro tot Haerlem, voor 21£ (van 10 schell van 40 gr Vls het pond per jaar)

bezegeld door Dirck Dircksz van der Leth, schout van Hillegom en ondertekend door Jacob Jacopsz en Jan Hendricxsz, schepenen, en nadien door burgemeesters en regeerders der stad Haarlem ten teken van hun consent

1564-08-14 | Vijfhuizen

G.A.H. Inv I 1633 fol 23v/Cartul H. Geest Haarlem
Jaartallenindex

Claes Fransz, schout in den ban van Nieuwerkerck, oorkondt dat voor hem en schepenen compareerde Dierck Claesz Wij, poorter tot Haerlem, als voogd van zijn moeder Baefgen Keijzerkints, en geliede dat hij verkocht heeft aan de H. Geest te Haerlem alzulcke stuckgen lants als Baefgen heeft leggende gemeen mitten H. Geesthuze te Vyfhuzen in den ban van der Nieuwerkerck, laetst gebruyct bij Reijer Cornelisz. Boven staat: de helft van een stucke lants dat hier voortijts met de grote kerck gemeen placht te wesen na uijtwysinge van alle oude registeren ende is nu ghemeen met Baefgen Keyserkint, weduwe Claes Jansz Wij, twelck zij ons vercoft ende opgedragen heeft 1584-01-17

Gangeloff Pietersz, Nanning Jacobsz, schepenen te Nieuwerkerck

1564-11-14 |

G.A.H. Inv I no 1536 lade R/Arch Leprooshuis Haarlem
Jaartallenindex

Otto Jansz, schout tot Castricum ende schepenen ende met sommige buyren hieronder geschreven, hebbe paelen gesteken tusschen het lant dat de Leprosen tot Haerlem toecomt ende tuysschen een acker genaemt "St a .. ewen tuijt"[??], toecomende nu ter tyt Adriaen Jacopsz ende dat duer versoeck van de meesters van de Leprozen ende doert versoeck van Adriaen Jacopsz voors. In kennisse der waerheyt soe hebbe ick Otto Jansz, schout voirs, ende wij schepenen en buyren voors, elcx onse gewoentelycke hantschrift ofte merck hieronder gestelt

Otto Jansz, schout tot Castercom, Pieter Claes, Custos in Castricum, Floris Aelbertsz, Jasper Gerritsz

Bekesteyn, van | 1522-05-17

G.A.H. Inv I no 2119 Lade Y/Arch St Lucasgilde Haarlem
Achternamenindex

jvr Margaretha weduwe van Dirc van Bekesteijn, sticht te Haarlem het St Lucasgilde en schenkt daaraan ½ van 39 gemeten in Westenryk in Zeeland, noordoost: het kapittel te Geervliet, zuidoost: dat klooster van Roenburch en Willem Huygenz, zuidwest: de Volgerwech, noordwest: Lysken Coenen wech

Haarlem

Dirc Claes Pietersz | 1489-07-10

G.A.H. Inv I no 1633/Cartul H Geest Haarlem fol 112
Voornamenindex

leenman van Holland: Dirc Claes Pietersz

1560-01-27 | Delft

G.A.H. Inv I no 1622, lade G/Arch H. Geest Haarlem
Jaartallenindex

Jan Claesz, schout in het ambacht van Lisse, oorkondt dat Joris Claesz Venhuysen, poorter van Delft, erkende schuldig te zijn aan Evert Brant de jonge te Dordrecht als man en voogd van Marytgen Claesdochter, 432 £ van 40 groten Vls per stuk, over den coop ende resten van ⅙ part van de huysinge ende erve genaempt dat Claverblat, gelegen an de Voirstraet tegens over die coornemarckt in de stede van Delft, daer hij comparant tegenwoordig in woont, door Marytgen voor ⅙ deel geerfd van haar vader ende moeder. Welcke voors. somme van 432£ de voors. Joris Claesz onderhouden zal op renten den penninck 16, volgens de coopcedulle daarvan zynde. Hij constitueert hiervoor een jaarlijkse rente van 27£. De comparant geeft als onderpand voor de betaling 3 morgen toegemaect veenlant gelegen in de Laege veenen in het voors. ambacht, genaempt de Koecamp, nu ter tyt belend zuidoost: Cornelis Dircsz Langevelt, zuidwest: het gasthuis te Haarlem, noordwest: de vaert, noordoost: Jan Willemsz Tromper. Verder stelt hij als borgen Adriaen Matheeusz en Pieter Adryaen Huygesz. Transfix bij 1561-04-24

tuygen en buren van Lisse: Jacop Maertsz, Willem Gerritsz

1560-09-26 [1516-09-26 ?] | Beverwijk

G.A.H. Inv I no 1879 lade X/Arch St Jan Haarlem
Jaartallenindex

schepenen in Beverwyck oorkonden dat Jan Jorisz, poorter aldaar, erkent schuldig te zijn aan de memorieheeren aldaar 1 Kar gld per jaar losrenten, losbaar 16 Kar gld. Tot onderpand stelt hij een huis en erf daar hij nu in woont, gelegen in de Peperstraet aldaar, streckende voor van de wech tot achter an Gheryt Oetgersz erfve, belent zuidoost: die erfgenamen van Symon Willemsz met Janntge Lourisdochter, noordwest: Claes Gerritsz Braeck

Ghysbert Jansz (met zijn zegel) en Cornelis Willemsz, schepenen; memorieheeren: heer Cornelis van Schooten, pastoor, cureit in Beverwyck, heer Claes Duer, vicarius, heer Andries Auwelsz, memoriemeester