2628 resultaten

Witte, (de) | 1552-1570

Grote Raad Mechelen
Achternamenindex

Jacob de Witte, Gerard, Christine x Gregoire de Ayala, die optreedt voor hun kinderen, de weduwe en erfgenaam van Jan, met als voogd Cornelis Gerritsz, Elisabeth x Rutgert Mongy, Frans, zijn erfgenaam, Wouter van Bekesteyn contra de Staten van Holland: proces voor het Hof in 1552, voor de Grote Raad in 1569, voor het Hof 1570

1502-07-19 |

Grote Raad Mechelen ? (geen bron genoteerd)
Jaartallenindex

Margaretha van York, douairiere van Bourgondië, vrouwe van den Briel en Voorne, contra Philips Ruijchrock van den Werve, weduwe en erfgenamen van Willem Ruychrock, Willem Oom van Wyngaerden, Godschalk Oom, Jacop van Wyngaerden, weduwe van Pieter Suys en Alard Suys. Eiseres had van haar man [Karel de Stoute] den Briel en Voorne als douairie gekregen. Op de heerlijkheden onder [!] Grijsoord en die Tonge, waarvan verweerders ambachtsheren waren, rustte een erfelijke rente van 173 nobelen. De rente was tot dan toe betaald in andere munt tot een waarde van 112 gr de nobel. Eisers had onlangs ontdekt dat zij recht had gehad op betaling in gouden Engelse nobels (van 4½ sterling), tot een waarde van 150 groten. Zij eist nu aanvullende betaling, zich beroepend op vroegere onbekendheid met de juiste formuleringen van de rentebrief. Verweerders stellen dat de gedane betalingen steeds waren geaccepteerd, en dat ten gevolge van de revaluatie [!] van 1489 en 1491 eigenlijk meer hadden betaald dan zij schuldig waren. Met o.a. mandament dd 1602-07-19 te Mechelen van Philips de Schone om aan verweerders op te dragen het door eisers gevorderde te accepteren

1505-01-24 (1504) |

Grote Raad Mechelen Beroepen uit Holland dl IV dossier 316/3
Haarlem Algemeen

kwitantie van Gerrit van Warmond, die van Jan Benning geld heeftontvangen ter zake van de erfenis van Gerrit Claesz (vgl 1500-04-30, 1505-06-22, 1520-1529)

1505-06-22 |

Grote Raad Mechelen Beroepen uit Holland dl IV dossier 316/3
Haarlem Algemeen

kwitantie van broeder Jan Claesz, rector van het Zylklooster te Haarlem, die van Margriete als moeder van Ymme dochter van Gerrit Claesz van Westsanen, non in genoemd convent, voor een som geld (vgl 1505-01-24, 1506-08-05, 1520-1529)

1520-06-03 |

Grote Raad Mechelen Beroepen uit Holland dl IV dossier 316/4
Haarlem Algemeen

de magistraat van Haarlem oorkondt op verzoek van Willem Benninck een getuigen verklaring waaruit blijkt dat Jan Benninck en Kerstant Willemsz gedurende 4 jaar na de dood van Margriet gezamenlijk het door haar nagelaten huis hebben bewoond als zij daar vertoefden (vgl 1506-11-03, 1520-10-09, 1520-1529) [Claes Benninck x Margriet, stierf 1509 in Haarlem, hieruit: Jan Benninck Claesz x ....., hieruit: Willem, woont te Amsterdam en nog een broer en zuster; Margriet x 2e: Gerrit Claesz van Westsanen, hieruit: Ymme en Geertruid x Willem Kerstantsz, hieruit: Kerstant Willemsz, stierf kinderloos]

1493-02-06 (1492) |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 134; Grote Raad Mechelen A.G. serie A dossier 697
Jaartallenindex

Boudewyn Heert [= Hart], uit Delft, contra Hillegont van Bosschuysen, weduwe Gillis van Oostende. Na de dood van haar man op 1493-02-06 kreeg verweerster als douairie een rente van 20 £ op gronden in Zeeland, op grond van haar huwelijksvoorwaarden 1487-06-19, die een bepaling inhield welke voorzag in het geval dat er geen wettige kinderen waren geboren. Eiser betwistte de erfenis, omdat de gronden die Gillis in leen had gehouden, kwamen uit de erfenis van Guillame van Ostende, de vader van Gillis. Als echtgenoot van de zuster van Guillame maakte eiser op deze goederen aanspraak. Dossier 697: Hillegont Brunincxdochter van Bosschuysen contra de heer van Cruyningen, rentmeester van Zeeland. Na de dood van haar man vorderde eisteres van verweerder, koper en bezitter van de lenen, uitbetaling van de douairie. Deze wees de eis af, omdat volgens de Keur van Zeeland lenen die aan de grafelijkheid terugvielen, zoals in dit geval, omdat Gillis geen manlijke nacomelingen had, niet met een douairie bezwaard mochten worden. Hij ontkent bovendien deze lenen aldus bezwaard te hebben gekocht. Ook vond hij de douarie te hoog, deze mocht niet meer zijn dan ½ van de inkomsten (deze bedroegen naar zijn zeggen 30£). Bijgevoegd o.a. copie van de huwelijksvoorwaarden dd 1487-06-19

1554-04-29 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dossier 594
Jaartallenindex

Gaulthier Boele x Anna van Ghistelle, weduwe Joos van Scheinghen, mede namens haar minderjarige kinderen en haar dochter Josyne van Scheingen x Joos Caluwe, contra Adriaen van Scheinghen, zoon van Joos, later zijn weduwe. Bij sententie van 1554-04-29 had de Grote Raad ½ van de staande Joos' huwelijk gewonnen goederen (nieuw bedijkte landen) aan eisers toegewezen. Verweerder meende als oudste zoon recht te hebben op ½ van de door Joos nieuw bedijkte landen. Hij beriep zich hiervoor op het testament van Jan van Scheinghen (1464) waarin o.a. een stuk land van 8 gemeten onder Heinkenszand aan de oudste zonen der erfgenamen in fidei commis werd gegeven. Hiertegenover stellen eisers dat in de praktijk Jan van Scheinghen's weduwe in de ½ van de patriominiale goederen was opgevolgd. Daarvoor verwezen zij naar de huw. voorw. tussen Cornelis van Scheinghen en Katharina van Borssele (mei 1498), waarbij zij elkaar het gebruik van hun beider goederen (behalve hun lenen) geven. (Hierbij verwijzen eisers naar een analoog geval: uitspraak van arbiters in een geschil tussen de weduwe van Joos van Ghistelle en Joos van Scheinghen namens Anna van Ghistelle, Pieter Cabillau namens zijn vrouw Maria van Ghistelles). Eisers wezen erop dat een fidei commis ongeldig wordt als daardoor de legitieme portie niet uitbetaald kan worden. Zij wensten een aandeel in de ½ van de nieuw bedijkte landen. Verweerder stelde nog dat t.a.v. de gevorderde tienden, ambachten en ambachtsgevolgen volgens Caput II art. 21 van de Keur van Zeeland, geen gemeenschap van goederen mogelijk was geweest, en dat daarom het beroep van eisers op Caput II art. 16 (½ van de staande huwelijk gewonnen tienden etc komen aan de vrouw, ½ van de erfgenamen) niet opgaat. Joos van Scheinghen was heer van 's Heer Arentskerke, Heinkenszand, Overzande (Zuid Beveland) en Arnemuiden geweest, tot welker ambachtsgevolgen de geeiste goederen zouden behoren (priv. hertog Albrecht 15 Okt. 1395). Een bemiddelingspoging van een raadsheer was gefaald; 1557-09-13 en 14 relaas van deurwaarder Guillame Vallois uit Hulst die de weduwe van verweerder en Guido van Ghistelle, voogd van haar kinderen, dagvaardde (vgl 1552-06-28)

1489-05-22 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 316/1 sub b
Haarlem Algemeen

schepenen van Haarlem oorkonden de huwelijkse voorwaarden tussen Willem Kerstantsz en Geertruid Gerritsdochter (dochter van Gerrit Claesz van Westsanen en Margriet, weduwe Claes Benninck) (vgl 1497-09-07, 1520-1529)

1500-04-30 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 316/3 sub E
Haarlem Algemeen

schuldbekentenis van Gerrit Claesz [van Westzaanden] aan gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis, terzake van 40 R gld van 40 gr, te betalen voor een prebende, die hij voor zijn neef Gerrit Symonsz had gekocht (vgl 1497-09-07, 1505-01-24, 1520-1529)

1531-08-20 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 359/8 sub J
Haarlem Algemeen

schepenen van Haarlem oorkonden dat Anna van Noordwyk, Bouwen de Weendt, Armgard Spyckers en haar man volmacht geven aan Willem Pietersz om voor hen als hun procureur op te treden tegen Jan Dupondt (zie 1531-1534)