8 resultaten
Flory, van | 1618-01-08
Br Gesch Abdij Rijnsburg regest 1452
Achternamenindex
de ridderschap consenteert in een resignatie in het bijbehorend rekwest vermeld. In dit ongedateerde rekwest meldt Anthonis van Florij, wonende te sHage, aan de Staten dat hij een van zijn zeven kinderen, met name Dierck, rechten wil laten studeren, en dat, opdat hij in de kosten daarvan tegemoet worden gekomen, de weduwe van Karel Bentinck [Adriana van Hargen] bereid is van een beneficie genaamd de Prove van den Breden Choor te Rijnsburg, door Stephana van Rossem abdis van Rijnsburg [1569-1603], aan Bentinck en zijn vrouw geschonken, afstand te doen tbv Dierick van Flory. Hij verzoekt consent aan de Ridderschap voor deze overdracht
Meer, van der | 1592-11-14
Br Gesch Abdij Rijnsburg regest 1429
Achternamenindex
Stephana van Rossem, abdis van Rijnsburg, beleent Pieter Ysbrantsz van der Meer als voogd van zijn vrouw Marytgen Jansdochter, met 4 morgen land in het ambacht van Maeslant aan de Gaech en de Seijnwatering, ahar aangekomen bij dode van haar eerste man Floris Gerritsz (vgl 1552-08-12); 1599-02-06: Aechtgen Gerritsdochter wordt met dit leen beleend, na dode van haar broer Floris Gerritsz en diens minderjarige kind
Bentinck, van | 1593-09-22
Br Gesch Abdij Rijnsburg regest 1431
Achternamenindex
de abdis van Rijnsburg oorkondt dat Dirck Geritsz van Kessel, haar rentmeester, haar namens Karell van Bentinck heeft opgedragen den thoornboomgaert, gelegen in het dorp Rijnsburg tussen de Vliet, de Smuijchsloot en de Corte Vaart, en dat zij vervolgens Johan van Lodesteyn ten erfleen heermee beleend heeft (vgl 1570-06-08); 1615-01-10: wordt na dode van Johan, diens minderjarige zoon Niclaes van Lodesteyn met dit leen beleend; 1617-05-06: beleend Rudolf van Schouwen van Endegeest, als man van Mechteld van Lodensteyn, die dit leen verkegen heeft uit de nalatenschap van wijlen haar vader Johan van Lodesteyn
Nyevelt, van | 1593-02-15
Br Gesch Abdij Rijnsburg regest 1430
Achternamenindex
de abdis van Rijnsburg bepaalt dat de alimentatie van 300 £ gr, die Catharina van Nyeuvelt en Suijlen (zij verkreeg deze prebende op 11587-12-30) geniet, niet zal uitbetaald worden aan Catharina's vader, daar te vrezen is dat deze het geld naar eigen goeddunken zal besteden. Uitbetaling zal plaatsvinden aan Catharina's tante Maria van Bloijs van Treslong, die van de besteding jaarlijks verantwoording zal doen
Leendert Jansz | 1595-02-17
Br Gesch Abdij Rijnsburg regest 1432
Voornamenindex
de abdis van Rijnsburg verhuurt de weg genaamd Costverloren, gelegen achter den Leidsen Dam (waarop sedert 1593-11-18 tol geheven wordt), later Vrouwenweg genoemd, aan Leendert Jansz te Stompik, voor de tijd van 5 jaar, onder verplichting de weg te onderhouden
Bouwen Gerritsz | 1594-08-13
Br Gesch Abdij Rijnsburg regest 1433
Voornamenindex
Stephana van Rossum, abdis van Rijnsburg, geeft het schoutambacht van Rijnsburg aan Lodewijc de Ruu Gerritsz (op 1601-08-28 wordt hij baljuw van Rijnsburg, Boskoop, Ackersdyck, Delfgau en de Venne); zij geeft het schoutambacht van Boskoop aan Bouwen Gerritsz, en het schoutambacht van Ackersdyc aan Crijn van Dyck
Endegeest, van | 1422-02-08
Br vd Gesch Abdij Rijnsburg noot 1 bij regest 669
Achternamenindex
Gillis van Cralinge, baljuw van der Goude, en Ysbrant van Alkemade, baljuw te Oistgeest, doen, in overleg met Aernd van Alkemade, schout te Oistgeest en Pieter Florysz, op verzoek van Willem van den Dam en Machteld Jacobsdochter een arbitrale uitspraak, inhoudende dat het huis op den Ouden Vliet, aan Willem van den Dam vermaakt door zijn tante wijlen Lijsbet van Endegeest, diens vrije eigendom is. 1422-03-20: Lysbeth Jacobs dochter van den Dam staat aan Willem van Dam al haar aanspraken op dit huis af. Nogmaals over dit huis: 1422-05-07 en 1421-07-22, 1422-11-30
abdij Rijnsburg (niet gecoll)
Poelgeest, van | 1588-02-12
Br Gesch Abdij Rijnsburg regest 1424/Kroniek Hist Gen 1849 p 463/Alkemade en v.d. Schelling Seminarie Warmond
Achternamenindex
prins Maurits zendt aan de abdis van Rijnsburg het request van Gherardt van Poelgeest om tbv zijn dochter Maria de prebende te ontvangen, die door het overlijden van Gysberta van Duvenvoerde te Rijnsburg is opengekomen, en vraagt haar advies