29 resultaten
Dompselaer, van | 1612-11-05
G.A.Amsterdam Not Arch 375 fol 560
Achternamenindex
notaris Nic. Jacobs begeeft zich op verzoek van Jacob Joosten, man van de zuster van Ghysbrecht van Dompselaer, naar het huis van Ghysbrecht en doet hem een insiniatie "Alsoo d'insinnant tegen Styntgen Brants, moeder van u Ghijsbrecht van Dompselaer ende van Judith van Dompselaer u suster ende syne insinuants huysvrouwe langdurich proces heeft moeten sustineren, waerinne soo verre is geprocedeert dat bij de laetste acten in den provincialen raede is geordonneert dat de voorn Stintgen Brants uwe moeder in den Hage soude moeten in gyselinge syn en blijven ter tijt ende wijle toe sy soude hebben voldaen t commisse in den voors rade op den 22 Dec 1605 geweesen". Zij was echter intussen overleden. Hij vraagt nu of Ghysbrecht van plan is het proces tegen hem, door zijn moeder begonnen voort te zetten. Ghysbrecht antwoordde hierop: "dat hij hem gedrouch als t recht ende de justitie"
Bruynzeel | 1627-04-30
G.A.Amsterdam Not Arch 394 fol 295
Achternamenindex
Jaspar Bruijnseel, eigenaar van het huis de Goutsbloem te Breda
Haring | 1613-10-22
G.A.Amsterdam Not Arch 376 fol 549/Notaris Nic Jacobs
Achternamenindex
Clara Lambrechts, vrouw van Hans Jansz, poorteres van Amsterdam, verklaart ten verzoeke van Dirck Cornelisz, wonende te Medenblick, dat zij een oom heeft gehad geheten Cornelis Haringh, in leven pastoor tot Binnen Wysen buiten Hoorn, die in de troubelen van daar naar Amsterdam gevlucht was, zonder dat zij weet of hij iets van zijn boeken of goederen mee had kunnen nemen, maar dat zij haar moeder meermalen had horen zeggen dat hij niets had kunnen meenemen
Haring | 1617-07-28
G.A.Amsterdam Not Arch 380 fol 371/Notaris Nic Jacobs
Achternamenindex
notaris Nic Jacobs begeeft zich naar het sterfhuis van wijlen Jacob Thomasz Haringh, en doet daar op last van Jacob Molenijser, die zei last te hebben van zijn zuster Caterina Molenijser, de navolgende insinuatie: "Catherina Molenijsers, weduwe en boelhouster van wijlen Jacob Thomasz Haring, in leven concherge deser stede, insinueert aen de kinderen ende erfgenamen van de voors. haeren sal. man, dat sij volgende de last ende begeerte van de heeren weesmeesteren deser stede, ophuyden aen de selve heeren, door Jacob Molenijser, haeren broeder, alsoo sij selfs impotent ende onbequaem is, heeft doen overleveren behooorlycke staet ende inventaris, mitsgaders seeckere acte daertoe dienende"etc. De notaris doet deze insinuatie aan Cornelis Suijcker, als man en voogd van Marie Jacobs, daar hij niemand thuis vond. De 29e juli begeeft de notaris zich naar Thomas Jacobsz Haringh, die antwoordde dat hij geen administratie daarover had of gehad had
Haring | 1626-07-15
G.A.Amsterdam Not Arch 393 fol 39/Notaris Nic Jacobs
Achternamenindex
Gerrit Jacobsz Haringh
Herlaer, van | 1629-04-14
G.A.Amsterdam Not Arch 398 fol 317/Notaris Nic Jacobs
Achternamenindex
o.a. Adriaen van Herlaer, geinteressseerden in de goederen geladen in het schip van Barent Cornelisz Spicht, op weg naar Rouaan omtrent Urk in de Zuiderzee gezonken, machtigen de voornoemde Spicht om deze goederen te salveren
Herlaer, van | 1620-05-11
G.A.Amsterdam Not Arch 383 fol 171/notaris Nic Jacobs
Achternamenindex
Franchois Rogiers, koopman te Amsterdam, cedeert aan Gosswin van Harlaer, koopman te Middelburg in Zeeland tbv zijn zoons Gerard en Jan van Harlaer, kooplieden wonende te Bordeaux, al de penningen als hem, cedant, competeren in het proces dat Gousswin van Harlaer voor hem sstineert en vervolgt op Jaques du Pire te Middelburg
Amsterdam/Middelburg