16 resultaten
1563-06-06 | Zandvoort
G.A.Haarlem Inv Recht Arch 82/I fol 49v
Jaartallenindex
schout en schepenen van Santvoort oorkonden dat Allardt Pietersz, buerman te Santvoort, ten voordele van heer Rieuwert Claesz een rente van 6 Kar gld vestigt, losbaar met 100 gld (vgl 1606-02-20)
1550-07-12 |
G.A.Haarlem Inv I no 1552 lade R/Arch Leprooshuis Haarlem
Jaartallenindex
voor schout en schepenen tot Schoten in den Bosch gaf Aerndt Symonsz brouwer, poorter der stad Haerlem, op ten vrijen eigen aan de Leproosmeesters aldaar, een acker saetlants groot twee achelen saijens, gelegen tot Schoten in den Bosch, met ⅓ part van een croftgen off thuijntgen leggende daer teynden aen, daer naest aen gelandt zijn noord: t voors. Goidshuys, oost: die Middelwech, west: de Breesloot, zuid: Pieter Jacob Hermansz. Belast met 10 sc en 1 mijt Holl erfhuur
Claes Pietersz van Symen [?], schout, Claes Willemsz en Dirck Allartsz, schepenen
1549-05-15 |
G.A.Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 89
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat de eerbare mr Dirrick Dirricksz Bram, priester, inwoner van Haerlem, geschonken heeft aan de H. Geest aldaar tbv de arme miserabele menschen "alle alsulcke partije ende stucken lants zo groot ende cleyn als hij heeft gheleghen binnen den ban van Warmenhuijsen, ghebruyct te deser tijt bij de kinderen van Louwerens Feckes om 25 Kar gld sjaars". Hij machtigt vervolgens Aelbrecht Claesz, secretarius der stede van Haerlem, om genoemd land voor schout en schepenen van Warmenhuijsen over te dragen. Mochten de H. Geestmeesters dit land volgens de Keyserlijke placcaten niet mogen behouden, dan geeft hij hun macht om dit land te verkoopen
Wouter van Bekesteijn en Jan van Schoten, leenmannen
1549-05-25 |
G.A.Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 89v
Jaartallenindex
Frans Fredericksz, schout in den ban van Warmenhuijsen, oorkondt dat Aelbrecht Claesz, secretaris der stad Haerlem, als gevolmachtigde van mr Dirrick Dirricksz Bram, priester, wonende te Haerlem (volmacht 1549-05-15), die wij gesien en gelesen hebben 14 [sic] Mei l.l, heeft overgedragen aan de H. Geest te Haerlem, het land door hem bezeten te Warmenhuijsen, nu gebruikt door Louwerens Feckesz kinderen. Te weten eerst int Zuijder crom van de oude wal ofte wech twee gheersen 8 sneesen en ½, belend noord: Dirrick Jan Nanes, west: Jan Meijntsz, oost en zuid: de voors. wech, ende is weijtlant. Item een ghers weytlants belend zuid: Dirrick Jan Nanes, west: Catrijn Louwerens, noord: Pieter Louwerens, oost die voors. wech. Item een acker zaetlants op Stringhen [Scringhen ?], groot 10 snesen, belend noord: Cornelis Cornelisz, west: Jan Harkesz, oost: Claes Michielsz, zuid: t lant toebehoorende eenighe personen op Langhedijck. Item aen de z.o.horn van Warmenhuyser kerckmeer een stucke weijtlants groot 4 geersen, belend noord: Thonis Gherritsz, west: Frans Luijtgensz, oost: Katrijn Dirricks erfgenamen, alle die voors. partyen en stucken lants gerekent op te grote van den Molenboeck
Zybrant Jansz en Adriaen Harcksz, schepenen
1544-05-25 (1) |
G.A.Haarlem Inv I no 1872 en 1873 Lade X/Arch St Jan Haarlem
Jaartallenindex
memoristen in der parochiekerck van Beverwijck oorkonden dat aan de memorie aldaar tal van kleine percelen toebehoren, die zij om verduistering en wegraking te voorkomen, willen verkopen: I) percelen van land en pachten gelegen te Beverwijk: 1) een acker gelegen in een croft die Regul. van Beverwijk toebehorende, gelegen noordoost van 't Kerckpat, belend noord: die abt of prelaet van Egmond, zuid: die Regulieren van Beverwyk. Deze acker bruycken de Regulieren sjaers om 26 stuver; 2) 11½ st 2 d erfpacht sjaers staende op verscheiden erven en huizen welke pacht de Regulieren ons betalen; 3) 21 st erfhuer sjaers van 2 curte ackeren die Joost van Binchorst in erfhuer heeft, belend noord en west: die Molenwech, zuid: Guert Pieter Woutersz weduwe, oost: Haes Symonsdochter; 4) 5½ st sjaers pacht en noch 4 st op een croft Batgen Martensdochter toebehorende, belend zuidwest: de Moelensteech en een erfgen daer an, oost: die Coninxwech, zuid: der laen, west: die afterwech; 5) 10 st en 4sc erfpacht sjaers op een huis en 2 erven Cornelis Willemsz Backer toebehorende, belend zuid: Cornelis voirs mit Claes Willemsz, streckende voor van die halve straet afterwerts an die Coningswech; 6) een smale acker gelegen bij des graven molen, belend noord: Willem Philipsz kinderen, zuid: Jan Arisz, streckende van den eenen Zeewech totten anderen Zeewech, bruyct Maritgen Cornelis Smitsdochter om 25 st sjaers; 7) een smale ackertgen gelegen omtrent Vincenten molen, belend mit den abt van Egmond, Symon Jansz ende die Duijverswech, bruyct Vincent mollener om 14st; 8) een ackertgen in Laurens ende Philips Claesz croft, gelegen zuidwest an Arentwech, belend zuid: die abt van Egmond, west: die pastorie van Beverwijk, oost: die Heerwech ende moelenwerf, bruyct Laurens Claesz om 12 st
Cornelis van Schoten, pastor, Floris van Zaij, Nycolaes van Dueren, Jan Pauwelsz, Frans Willemsz, Jacob Petersz en andere memoristen
1544-05-25 (2) |
G.A.Haarlem Inv I no 1872 en 1873 Lade X/Arch St Jan Haarlem
Jaartallenindex
(vervolg) II) deze nabescr. percelen in den ban van Wyck op Zee: 1) een acker genoemt Jan Vockin acker, belend noord: Arent Dirksz, noord (!): Willem Philipsz kinderen ende Daniel Philipsz kinderen, oost en west: die Hoflandersweegen, bruyct Guert Maerten Gerritsz weduwe jaarlijks om 35 st, zij zeyt in erfhuer te hebben; 2) 1½ acker met Guert voors. gemeen in haer croft, belend noord: die abt van Egmond, zuid: Guert voirs, streckende van de lage Hoflanderwech tot aent Vrijtgras, bruijct Guert voirs. sjaers om 35 st (sij seijt in erfhuur te hebben); 3) 10½ st 4d op de Doorncorft, Aecht Claesdochter toebehoorende, belend noord en west: die nonnen van Beverwyck, zuid: t gasthuys van Beverwyck, oost: de Cuyckerswech; 4) ½ acker gelegen in Symon Jansz croft, belend noord: Pieter Claesz rentemeijster, zuid: Symon voirs, oost: Jan Auwelsz weduwe huyrland, west: die Kuijckerswech, bruyct Symon voorn; 5) ¼ van een acker belend noord: Zybrant Laurensz, zuid: Maritgen Jansdochter, oost en west: die Kuijckerswech ende die cleyne Houtwech. Beyde stuckgens bruyct Symon om 15st; 6) een halve geerse hoyland gelegen in Havercamp, belend noordoost: Arent Dircsz, zuidwest: myn heer die commandeur van Haerlem, noordwest: die nonnen ende Regularissen binnen Beverwyck; 7) 2 cleyne ackertgen, belend noord: Maritgen Jansdochter, west: die Schauwebeeck, zuid: Cornelis Geritsz mit syn zusters, streckende an Kuyckerswech; 8) ½ acker gemeen met de pastoor van Beverwyck, belend zuid: Cornelis Gerijtsz voors, noord: Aecht Adriaens weduwe, aen die zuidzijde over t beecken bijt Wintglop, welke 3 perceeltgens Cornelis bruyct. Jaarlijks om 2½ R. gld en 2 stuver; 9) ½ ackertgen gemeen met Dirck Cornelisz in zijn croft, belend noordoost: Claes Gerytsz, streckende oostwert aent beeckgen, ende bruijct Dirck Cornelisz jaarlijks om 10st
1544-05-25 (3) |
G.A.Haarlem Inv I no 1872 en 1873 Lade X/Arch St Jan Haarlem
Jaartallenindex
(vervolg) II) 10) een acker gelegen binnen Dirck Cornelisz croft, noord: die prelaet en abt van Egmond, zuid: het gasthuis van Beverwijck, streckende van de groote Houtwech tot aen Heemskerckerwech. Bruijct Dirc Cornelisz voirs sjaers om 15st; 11) ½ acker binnen Jan Martensz croft, belend noord: Claes Paridom, zuid: Daniel Dircksz erfnamen, noord (!): die Hoflanderwech, bruyct Jan voorn. om 21 st sjaars; 12) 4st sjaers pacht op ½ ackertgen gemeen met Gijsbrecht Jansz tot Beverwijck, die deselve acker toebehoert, geleegen bij Scheijdenweegen tusschen die Heemskerckerwech ende die Hoflanderwech, belend noord: Elysabeth Jan Duvenz weduwe, zuid: die prelaet van Egmond, deze pacht betaelt jaerlix Ghijsbrecht Jansz; 13) ½ geers lands gelegen in Keijlsgeers, toebehoorende aen de kinderen van Baertgen Floris Dircsz weduwe, belend noord: Pieter Claesz rentmeester, zuidwest: Aelbert van Egmondt, casteleyn, noordwest: Baertgens voors. erfnamen. Bruijct Dirck Florijsz sjaers om 21 st; 14) een acker belend noord: die prelaet van Egmond met Jan Martijnsz, zuid: het convent van die Regulieren, streckende van de Alcmaerswech tot an Heemskerckerwech, bruijct Doeff Gerytsz jaarlijks om 22st; 15) een strenghte of een cleijn smael ackertgen, belend tussen Pieter Auwelsz en Maritgen Jansdochter, dat zij bruyct om 9 st; 16) dieselve 11st 4d pacht sjaers staende opte Cruijsacker, toebehorende Maritgen voers, belend noord: Aecht Pietersdochter, zuid: Symon Claesz; 17) een cleyn blooctgen belend Duijff van Buijten aen beyde syden in hare croft; 18) een smael eynde van een ackertgen belend nu ter tijt noord: mijns heren van Assendelft leengoet, gecoft tegens Dirck van Buijten, zuid: Arentswech mitte wal, bruijct Duijf van Buijten voorn, beide stukjes om 11st, pretendeert erfhuer an beyde stuckgens, maer is alsoe niet; 19) een blocken landts belend noord: Cornelis Geritsz, west: den Kuijckerswech, oost: die Scaubeeck, zuid: die pastoor van Velsen, bruyct Jan Claesz om 19½ st; 20) ¼ van een cleijn ackertgen gemeen mit Engel Claesz, belend noordwest: die kerck van Beverwijck, zuidoost: die moelen ende Kerckwech, bruijct Engel Claesz om 6st
1544-05-25 (4) |
G.A.Haarlem Inv I no 1872 en 1873 Lade X/Arch St Jan Haarlem
Jaartallenindex
(vervolg) III) perceelen in den ban van Heemskerk: 1) een acker genoemt den Hooftacker, op die welck t kerckpat van de Hoochdorpers leijt, belend west: Laurens Martensz, zuidoost: die commendeur van St Jan te Haarlem met eenige anderen, t beeck genaemt t Zuyteynt, bruyct Maritgen Dirck Lourens Martensz weduwe jaarlijks om 24st; 2) 5st en 4d pacht sjaers staende op een gheers lants in de Noortbroeck, belend noord: die Maedtwech, west: Geryt Jacobs, oost: heer Adriaen van Egmondt. Deze voirs. geerse occupeert ende toebehoert heer Adriaen voers; 3) ½ gheers hoyland gemeen met Pieter Geritsz, gelegen in den Hem bij de Noortmade, belend noord: Heynrick Bartholomeuszoons kinderen, zuid: Hesseltscamp, mijn heer van Assendelft president aent eynde, bruyct Laurens Aelbertsz sjaers om 10st. Te Velsen IV): 1) een acker hooch dorre landts omtrent Tolsduijn, belend noord: die wech, zuid: Willem Gijsbertsz, oost: die erfgenamen van wijlen mr Willem Gelisz, bruyct Willem voirs. om 10st
1544-05-25 (5) |
G.A.Haarlem Inv I no 1872 en 1873 Lade X/Arch St Jan Haarlem
Jaartallenindex
(vervolg) V) percelen gelegen tot Assendelf: 1) 2 maden hoylants ende ½ mad gelegen op te grote Kage gemeen in een camp lants groot ± 20 maden, belend noordoost: Claes Geryt Nielsz.z, zuidoost: Jan Duvensz, zuidwest: die meer, afspoelende t voors. landt, bruijct Rodolph Heynricsz om 9 R gld; 2) een mad lants gelegen bij de Cleijsloot, belend zuidwest: Frederic Dircsz en Jan Martensz, an die andere sijde: Teet Roelen weduwe ende die Noeterdijck, bruyct Margriet Claes Dueren weduwe jaerlix om 26st; VI) 1) 15 Joh. braspenning pacht sjaers op een kampland van 4 koeven gelegen in den ban van Limmen, belend zuid: die papelike prove van Limmen, oost: Maerten Reijersz, die hoge ven mittet westeynt, streckende aen den Zomerdijck, betaelt Cornelis Claesz. Tot Castricum VII): 1) 3st 2d sjaers pacht op een erf daer Gerrit Claesz huys op staet in de Kerckbuert opten hoeck aen de Coningswech, betaelt Gerijt voirs. De oorkonders verzoek den bisschop van Utrecht deze stukken land en pachten te mogen verkoopen en te transporteeren van wege genoemde memorie
door den pastor en gemeene memoristen onderteekend en om meerdere zekerheid bezegeld door heer Henrick van Zwol, commandeur van St Jan te Haarlem (zegel: een kruis)
1489-07-10 |
G.A.Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 112
Haarlem Algemeen
leenmannen van Holland oorkonden dat Jan Dirricksz, Dirrick Pietersz, Dirrick Gherritsz en Jan Jansz als vinders van St Cornelisghilde te Haerlem, erkennen schuldig te zijn 2 missen per week te doen op St Cornelisaltaar in die Grote Kerck tot Haerlem, ten eeuwigen daghen, te weten een des Vrydags en een des Dinsdags, ende tot elcke misse zo sal die voors. priester een Miserere ende een d'ex profunde lesen voor Jan Dirrick Miessen ziel op dat graff. Voldoen zij niet aan die verplichting dan zullen de H. Geestmeester van Haerlem en die pater van 11000 maagden dat land dat Jan Dirck Miessen gegeven en besproken heeft, dat in Akersloot gelegen is, vrij aan zich nemen. Vinders zullen aan genoemde instellingen alle jaar 13 st uitreiken
Willem van der Voort en Dirrick Claes Pietersz, leenmannen