dorscers | dossier | dosssier | drossaers | ghore | grave | groen | groet | grone | groot | groten | grove | gruter | raadt | raam | raas | rad | rade | raet | rage | ramp | rase | raso | machelen | macheren | mechela | mechele | mechen | mechlen | mechtelen | megchelen | meppelen | metelen | meubelen
89 resultaten
1496 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossiers 156
Jaartallenindex
Margaretha van York, weduwe van Karel de Stoute, douairiere van Voorne, contra Adriane van Naeltwijck weduwe van Jan van Nederveen, Agnes van Naeldwijck, weduwe van Cornellis Willem van Nyevelt, mr Anthuenis van der Mije, kanunnik in den Hage, mr Symon van der Sluijs, domproost en aartsdiaken van Utrecht en mr Gheryt van Zierenhove [?], officiaal van Utrecht. Voor de officiaal van Utrecht onstond einde 1496 een proces over de collatie van een pastoor te Dirksland. Eiseres maakte hierop aanspraak als vrouwe van Voorne; de verweerders maakten hierop aanspraak als rechtsopvolgers van hun broer Jan, die het ambacht van Dirksland in leen gehouden had. Eiseres wendde zich in Januari 1497 tot de Grote Raad wegens stoornis in haar bezit. Met tal van processtukken over deze zaak: leenakten, voordrachten etc
1496 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossiers 160, 161
Jaartallenindex
magistraat van Leiden, met Jan Stoep, Michiel van Tetroe en Janneken Pieter weduwe Jan Claisz contra Jacob en Willem Thonisz (zoon van Anthonis Meeuwesz) uit Schiedam. Aangezien Leiden in gebreke bleef om haar renten te betalen, was de stad in 1496 voor het Hof van Holland gedaagd en tot betaling veroordeeld. De Schiedammers executeerden 44£ Vls op goederen van Leidse burgers, o.a. Jan Stoep. In Oct. 1497 kreeg de stad van de vorst een betalingsregeling van haar schulden en op grond daarvan vorderden zij van verweerders staking van hun acties (dossier 160). Nog een dergelijke zaak van de magistraat van Leiden met Dibbault Hermansz contra mr Jan van Schoenhoven, waarbij een mandement dd 1497-10-05 waarbij aan Godschalk Thielmansz uit Papendrecht door de deurwaarder opgedragen wordt het beslag op goederen van inwoners van Leiden op te heffen. Akte dd 1498-02-20 (1497) waarin genoemd Zegher van Weyburch, drossaard van Worinchem (dossier 161)
1516-03-26 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 285
Jaartallenindex
akte houdende de attestatie van Jorden Jansz, richter in Babilonienbroek, betreffende verklaringen van getuigen over de waarde van haver en gerst op gronden die Willem van Gent moest ontruimen op eis [?] van Jan van der Merwe en Gosen Spierinck [NB deze akte behoort vermoedelijk bij: Beroepen Holland dossier 297]. Aernt Spierinck van Wel contra Jan Pauwelsz en Herman Claesz. In juni 1515 was tussen partijen geschil ontstaan over de betaling van schulden. Eiser beriep zich op brieven van uitstel, door hem op 1514-11-16 verkregen voor de duur van drie jaar. Door verweerders in rechte betrokken, vorderde eiser dat deze brieven hun effect zouden hebben. De Grote Raad wees op 1516-02-01 (op dezelfde dag als sententie 815.39 tegen Jan Spierinck) de eis af en behield (?) verweerders hun actie voort. Bijgevoegd: een akte dd 1516-02-25 (1515) "die sommacie van Herman Claesz contrarie Arent Spierinck van wege Henrick Gisselen"
1517-08-19 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 291
Jaartallenindex
Philips van Bourgondië, heer van Fallais, en Karel van Bourgondië, heer van Bredam [Bregdam] contra Joos van Cruyningen [heer van Heenvliet, Pamele etc]. De vader van eisers, Boudewyn bastaard van Bourgondië, had Jan van Cruyningen, vader van verweerder, 1500£ Vls geleend als vooruitbetaling [?] aan de ontvanger-generaal der domeinen op een bede, die door Jan als rentmeester-generaal van Zeeland in de jaren 1497-1500 zou worden geind. Op dit bedrag werd in 1498 aan Boudewyn 100£ betaald. Eisers kwamen tot de ontdekking dat de rest niet was voldaan. Zij spraken van een hoofdsom van 1000 [?] £ waarop 100£ zou zijn betaald. Van verweerder, erfgenaam van Jan, eisten zij ± 1516 voldoening van de volgens hen nog te betalen 900£. Toen verweerder niet tijdig verscheen, vroegen zij verstek tegen hem. Een aantal stukken hierover o.a. onder e) dd 1517-08-19, waarbij verweerder het bestaan van de schuld erkende, doch uitstel vroeg
1517-11-03 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 281
Jaartallenindex
mr Goele Cornelisz contra dijkgraaf en gezworenen van St Philipsland. Cornelis Jacob Boelez, vader van eiser, was door wijlen Wisse Claesz in rechte betrokken voor de officiaal van Keulen. Aangezien verweerders bij vonnis zouden hebben toegezegd Cornelis schadeloos te stellen indien hij de competentie van de geestelijke rechtbank zou betwisten, had hij verder geprocedeerd. Zijn zoon mr Goele Cornelisz had het geschil betreffende landerijen op St Philipsland voortgezet tegen Adriaen Gysbrechtsz, gehuwd met de weduwe van Wisse Claesz. Hij vorderde ± 1511 van verweerders nakoming van hun belofte door hem zijn proceskosten te vergoeden of zich bij hem te voegen in zijn proces. Verweerders ontkenden dat zij het desbetreffende vonnis uitgesproken hadden. Bovendien had de vader de eiser de competentie van de geestelijke rechtbank niet betwist, noch terugverwijzing geeist, doch zowel te Keulen als te Rome ten principale geconcludeerd. Het argument dat dykgraaf en [!] vrouwe van Ravestein ter erkenning van hun competentie zelf te voren een proces tegen Wisse Claesz voerden (sententie dd 1501-09-17) deed huns inziens niet ter zake. Een eventuele toezegging door de vrouwe van Ravestein gedaan, kon niet in hun nadeel werken, daar zij als weduwe slechts vruchtgebruikster van de heerlijkheid was
1528-11-28 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 289
Jaartallenindex
Floris van den Tempel Jansz contra schout en schepenen van Stryen. Tussen Jan van den Tempel, vader van eiser, en verweerders was een geschil geweest dat door de Grote Raad bij sententie van 1516 werd beeindigd. Verweerders kregen opdracht een erfscheiding aan te brengen. Nadat Jan van den Tempel deze sententie had laten verjaren, vroeg zijn zoon aan de Grote Raad het vonnis als nog executoir te verklaren, hetgeen op 1528-11-28 geschiedde. Daar verweerders hieraan niet voldeden, werden zij opnieuw gedagvaard. De Grote Raad draagt hun bij mandament dd 1529-07-07 de sententie van Nov. 1528 uit te voeren. Bijgevoegd: copie van het relaas van deurwaarder Clais Brugman die op 28 Juli het mandement ten uitvoer legde en de schepenen van Stryen, Adriaen Lauwereysz, Adriaen Andriesz en Merten Snel voor de Grote Raad dagvaardde
1504-11 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 252
Jaartallenindex
Jan Willemsz de Zoete contra Jan Jansz van Wissenkerke. Rond 1504 had eiser goederen die aan Martin Claesz van Wissenkerke hadden toebehoord, bij executoriale verkoop gekocht. Bij sententie dd Nov. 1504 (no 805.37) bevestigde de Grote Raad deze verkoop. Vermoedelijk liet eiser beslag leggen op goederen onder Vosmeer die naar zijn mening aan Martin Claesz hadden toebehoord, maar thans in het bezit waren van Jan Jansz van Wissenkercke. Verweerder ontkent dat de in beslag genomen tiende aan Martin Claesz had toebehoord
1507-12-03 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 237
Jaartallenindex
mr Gerard van Gronssele, raadsheer, Anthoine bastaard van Brederode als exec. test. van vrouwe Margriete van Borssele, namens de minderjarige kinderen contra heer van Brederode en Alard de Wale. Het onderwerp van het geschil is niet bekend. Slechts één stuk aanwezig: dictum van de Grote Raad dd 1507-12-03, met opdracht aan partijen om memorien in te dienen
1489-05-28 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 145
Jaartallenindex
schout en heemraden van Brandwijk en Gybeland verkopen aan Thomas Zybrantsz een rente van 2 £ Vls sjaars. Akte van 1490-03-16 (1489) waarbij Dierick Gerytsz verklaart drie rentebrieven, hem en Jan Heynricsz toebehorend te hebben terug ontvangen. Rentebrief van 1491 waarbij de goede mannen van Brandwyk en Gybeland aan Thomas Zybrants een rente van 6 g.g. tegen 1½ Vls verkopen (over een hoofdsom verminderd van 28 tot 23£). Copie van de rentebrief dd 1493-03-27 (1492) waarbij schout en heemraden van Nieuwerkerk aan Jan Gerytsz een jaarlijkse rente verkopen. Copie van een rentebrief dd 1492-03-17 (1491) waarbij schout en heemraden van Nieuwerkerk een jaarlijkse rente verkopen aan Dierick Gerytsz. Copie van een rentebrief dd 1493-01-17 (1492) waarbij schout en heemraden van Brandwyk en Gybeland aan Dirck Gerytsz een jaarlijkse rente verkopen. Dossier 145 (oud: D 241). Inwoners van Gybeland, Nieuwerkerk en Brandwijk in Zuid Holland contra Dirk Gerritsz, Jan Gerritsz, Geryt Gerytsz en Jan Heynricsz als voogden over Willem, erfgenaam van Thomas Zybrantsz uit Gouda. Verweerders hadden van eisers renten gekocht, geheel of gedeeltelijk vóór de muntreductie van 1489. Sommige renten werden na 1489 vernieuwd (en gedeeltelijk afgelost). Eisers voelen zich hierdoor benadeeld wegens de waardevermindering. Zij eisten "hard"geld
1489-08-24 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 121
Jaartallenindex
de regering van Rotterdam verkoopt een rentebrief aan Marie van Wissenkerke, dochter van Janna van Groenevelt (vidimus door het gerecht in den Hage gegeven 1493-03-30 (1492)). Hiervoor proces van de Magistraat van Rotterdam contra mr Jan van Wissenkerke, Raad Hof van Holland namens zijn dochter Marie. Na de jonker Franssen oorlog waren Cornelis Croesinck en mr Jan van Wissenkerke belast met het toezicht op de bestuurshervorming te Rotterdam. Verweerder diende hiervoor een declaratie in. Rotterdam wilde hem betalen met een lijfrente van 2£ Vls. Deze werd gesteld op naam van zijn 12 jarige dochter Marie (1489). Rotterdam werd wegens niet betaling van deze rente gedaagd voor het Hof van Holland. Bovendien eiste mr Jan betaling in "zwaar geld" [muntdevaluatie in 1489]