128 resultaten

Heye | 1348-03-19

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 172
Achternamenindex

Yen Claesz, rechter in Barendrecht

Barendrecht, van | 1264-02-18

Versl Rijks Oude Arch 1923 I p 289/Arch Heerlijkheid Oost-Barendrecht Inv no 85 Oorspr
Achternamenindex

abt en convent van St Paulus in Utrecht belenen Theodericus de Reden [Riede] met ⅓ deel van de tienden in Berendrech in het ambacht van Theodericus, waarvan het secundaire deel aan Nicholaus de Berendrech behoort, maar behouden aan zich de smaltienden en het patronaat van de te stichten kerk, waarvoor Theodericus de bij behorende goederen en tienden aan het bestuur van de abt overdraagt, terwijl hij voor zich en zijn nakomelingen van alle rechten op die goederen afstand doet

Barendrecht, van | 1269-12-14

v.d. Bergh II Nal no 49
Achternamenindex

schepenen van Dordrecht, Ghiso, Gerardus filius Bertrodis en Henricus Friso, verklaren dat Godschalk dictus Scriver en zijn vrouw Volquindis en zijn zoon Oem, "oppidani nostri", zichzelf en al hun goed aan het Duitse huis hebben overgegeven, behoudens de rechten van de graaf van Holland

Amilio de Houweninge, sacerdote, domino Egidio de Berendrecht [dezelfde als heer Gillis van Voorschoten?], milite; Theoderico de Stolwike

Barendrecht, van | 1283-03-12

De Fremery no 318/suppl no 218
Achternamenindex

Willem van Brederode, ridder, beleent Willem van Brederode, zijn bastaardzoon, verwekt bij Margaretha Danielsdochter v.d. Merwede, met een tiende te Houweningen "ende een hoeve lands gheheelike int ambocht van Barendrecht, die leghet tusschen tsheren Gilis kindren lant van Barendrecht, des ridders, ende tussen der kerke aldaer, als groet ende also breet als icse selve hadde"

Barendrecht, van~ | 1286-02

v.d. Bergh II no 584
Achternamenindex

heer Aper van Swindrecht "des graven geghenwaerde van Hollant mines heren ende mire man" opdroeg 3 morgen in Rieden, het molenland, daar die molen op staat, en ontvangt het weer in leen, na zijn dood zijn oudste zoon Jan. Vgl 1286-1296, 1347-05-16 2x, 1367-04

Barendrecht, van | 1286-1296

Reg Rotterdam en Schieland p 35 no 109/Reg Voorne AB fol 67 en Voorne B fol 38v
Achternamenindex

Jan van Barendrecht houdt van de vrouwe van Voorne in leen een molen in Riederwaert en een stuk land in Kathendrecht, geheten die Vack (vgl 1286-02, 1347-05-16, 1367-04-01)

Barendrecht, van | 1303-11-05

R.A.H. Coll Aanw 61 fol 6/Van Mieris II p 35
Achternamenindex

enige edelen doen uitspraak tussen de graaf van Holland enerzijds, en Willem van Wedelsnesse, Gillis van Berendrecht, Willem van Wyckvliet, Reinborch Gheyse Ghevendochter Uternisse [uter Nesse], Colyn Everdeisz anderzijds, over goederen in Tieselynswaard, die zij de graaf toewijzen, behalve de tienden die partijen elk voor de helft zullen bezitten, uitgesloten worden Colijn Everdeysz en Willem Stoep [Scaep?]; verder genoemd: Willem Scaep

edelen: Nicolaus Persin, ridder, Nicolaes heer van Putte, Philips van Duvenvoorde, Vrieze van der Mije [er staat Muere], baljuw van Zuidholland en Jan veren Diedmenz, poorter in Dordrecht

Barendrecht, van | 1311-05-30

Versl Rijks Oude Arch 1923 1 p 289/Arch Heerlijkheid Oost-Barendrecht Inv no 112, fol 9 v
Achternamenindex

Gerardt heer van Hoorne, Altena en Perweijs oorkondt dat heer Diederick van Rieden en Jan Clauwertsz van Barendrecht het ambacht van Barendrecht van hem in leen hebben, begrensd door IJsselmonde, Riederambacht en heer Damasambacht, op de wijze als onlangs wettelijk is vastgesteld

Barendrecht, van | 1316-02-22

Archief van Dordrecht I bl 81
Achternamenindex

brief van schepenen en raad van Dordrecht, waarbij ver Alyd vrouwe van Putthe en van Striene aan Jhan Maleghys heer Ghysebrechtsz, Jhan heer Gillisz en Gysebrecht Maleghys heer Ghisebrechtsz, poorters van Dordrecht, enige erven en renten verkoopt

bezegeld door Willem van Wendelnesse en Aper uter Mijle

Barendrecht, van | 1320-06-28

Versl Rijks Oude Arch 1923 1 p 290/Arch Heerlijkheid Oost-Barendrecht Inv no 1
Achternamenindex

Gheraet heer van Hoorne beleent heer Dederic van Riede, ridder, met 20 gaarden land in Barendrecht, die van Heijnnen Waes zijn, en met het ambacht van Barendrecht met bepalingen: van betaalde boeten moet ⅔ deel aan heer Diederic gegeven worden, die bovendien 30 sch per jaar van de bede van Berendrecht krijgt, terwijl heer Gheraet lossen zal het derde deel van het ambacht Berendrecht door heer Dederic verkocht aan Gelis van Berendrecht, in wiens plaats Dederic een man zal zetten