9 resultaten

Brandenburch, van | 1421-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 463
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lysbeth van Brandenburch Gherwijn Volkensdochter maakt haar vader Gherwijn Volkensz ½ hoeve veen onderdeeld met Meeus Dircsz en Henric van Rijn, borgher tot Amersfoert, gelegen in Zoes Veen in Kriex hove en in de groten slage, strekkende van Zoes enge an Hezer veen, belend boven: Ermghert Jan Hilhorst dochter, beneden: Meus Dircsz en Henric van Rijn; 1465-07-14: Hugo van Dorschen draagtover de tynswere van ½ hoeve veen onderdeylt met Meus Dirksz en Henric van Ryn opstreckende, gelegen achter Zoes enghe op Brandenburgerwijc, streckende van Soesenge an Hesereng toe, hem aangekomen bij dode van zijn nichte jvr Lysbeth van Brandenburch Gerwen Volkensdochter, belend boven: Armgard Jan Hilhorstdochter, beneden: Willem Scaij Adriaensz van der Eem. Vervolgens wordt Willem Adriaensz van der Eem ermee beleend ten erftyns

getuigen: Wouter van den Laen, Aelbert van Baern, onze tijnsgenoten

Ysselsteyn, van | 1320-03-03

Codex Dipl Neerl 2e serie dl 4 afd 2 p 103
Achternamenindex

Jan van Brandenburch, burger van Utrecht, oorkondt dat het goed te Marloe, "tins, tiende en gherecht, niet bescut en worde van den here van Yselstein in alle den manieren, dat de brieve houden die daer up spreken, die mi de deken en capitttel van Oudemonster ghegheven hebben, ende mijn bleven"

Brandenburg, van | 1320-03-03

Codex Dipl Neerl 2e serie dl 4 afd 2 p 103
Achternamenindex

Jan van Brandenburch, burger van Utrecht, oorkondt dat het goed te Marloe, "tins, tiende en gherecht, niet bescut en worde van den here van Yselstein in alle den manieren, dat de brieve houden die daer up spreken, die mi de deken en capitttel van Oudemonster ghegheven hebben, ende mijn bleven"

Bole, de | 1322-08-10

Van Mieris II p 298
Achternamenindex

graaf Willem belooft bisschop van Zuden, heer van Yselsteyn, Jan heer Roetaertsz, Jan den Boelen en hun gezellen, "onse goeden vrienden" die voor hem en wijlen bisschop Frederik van Utrecht borg geworden waren bij Herman van Brandenburch en Vrederic heren Warnaersz, voor de som van 555 £ Tourn, daarvan schadeloos te zullen houden

Ysselsteyn, van | 1322-08-10

Van Mieris II p 298
Achternamenindex

graaf Willem belooft de bisschop van Zuden, de heer van Yselsteyn, Jan Roetaertsz, Jan den Boelen en hun gezellen "onse goede vrienden" die voor hem en voor wijlen bisschop Fredrik van Utrecht borg geworden waren bij Herman van Brandenburch en Vredric heer Waernaersz, voor de som van 555 £ Torn, daarvoor schadeloos te zullen houden

Drakenburg, van | 1322-08-10

Van Mieris II p 298
Achternamenindex

graaf Willem belooft de bisschop van Zuden, de heer van Yselsteyn, Jan Roetaertsz, Jan den Boelen en hun gezellen "onse goede vrienden" die voor hem en voor wijlen bisschop Fredrik van Utrecht borg geworden waren bij Herman van Brandenburch en Vredric heer Waernaersz, voor de som van 555 £ Torn, daarvoor schadeloos te zullen houden

Brandenburg, van | 1322-08-10

Van Mieris II p 298
Achternamenindex

graaf Willem belooft de bisschop van Zuden, de heer van Yselsteyn, Jan Roetaertsz, Jan den Boelen en hun gezellen "onse goede vrienden" die voor hem en voor wijlen bisschop Fredrik van Utrecht borg geworden waren bij Herman van Brandenburch en Vredric heer Waernaersz, voor de som van 555 £ Torn, daarvoor schadeloos te zullen houden

Roetaert | 1322-08-10

Van Mieris II p 298
Achternamenindex

graaf Willem belooft de bisschop van Zuden, de heer van Yselsteyn, Jan heer Roetaertsz, Jan den Boelen en hun gezellen "onse goede vrienden" die voor hem en voor wijlen bisschop Fredrik van Utrecht borg geworden waren bij Herman van Brandenburch en Vredric heer Waernaersz, voor de som van 555 £ Torn, daarvoor schadeloos te zullen houden

Hilhorst | 1423-11-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 285v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gherijt Gout als momber van Eest Jan Goutsdochter en met haar vierendelen van maechtalen: Evert Willem Goutsz, Heynric Ghysbertsz, Willam Woutersz en Aernt van Hilhorst, dragen over: - een hofstede tot Zoes, die van Ermgaerts vader Jan Gheryt Hilhorst was, belend zuid: Aernt Hilhorst, noord: Goeswijn Henricsz, - een vierdeel veens in den kerspel van Zoes, dat van Ermgaerts vader Jan geweest is, belend zuid: Ghysbert Scaed Dircsz met zijn broers, noord: jvr Lysbeth van Brandenburch, hof- en tijnsgoed; de abt verleent dit goed vervolgens aan Henric Gysbertsz tbv Wendelmoet, dochter van Aernt Hilhorst, tijns: 2 penn goet gelts sjaars te betalen in onsen hof tot Emminglaer; 1474: dit goed staat op Arnt Hilhorst

tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Wouter Aerntsz