Coptijt | 1339

Navorscher jg 1890 p 523; De Raadt II p 252, IV p 37

Achternamenindex

Willem Coptiten (Coptiten- Jacob Titen- Jacob Tijt) schepen van 's Hertogenboch, zegel: drie koeken (Navorscher)beladen met hermelijnstaart en vrijkwartier met molenijzer; vgl 1389: Willem Coptiten échevin de Bois le Duc en 1391: Jacobus Tijt idem

Coptijt | 1344, 1347, 1366, 1379

Navorscher jg 1890 p 524

Achternamenindex

Jacob Coptiten, schepen van 's Hertogenbosch, met zegel; idem 1347 en 1379, zegel gevierendeeld: 1 en 4 tweehoofdige adelaar, 2 en 3: schildhoofd waarin twee ringen; 1366: idem, zegel drie koeken etc; 1394: Jan Coptiten schepen 's Hertogenbosch, zegel: drie molenijzers en vrijkwartier met vierblad gebroken door een barensteel; 1402: Egidius Coptiten, idem met zegel: gevierendeel: 1 en 4 tweehoofdige adelaar, 2 en 3: ledig, met schildhoofd waarin twee ringen

Coptijt | 1374, 1379

De Raadt IV p 37, II p 252

Achternamenindex

Jacob Tijt (Coptiten), jadis prisonnier à Basweiler sous le sire de Pernez

Coptijt | 1386-1387

De Raadt IV p 37/C.C.B no 17144 fol 207v

Achternamenindex

Jacques Tijt, fils de feu Jacques, héritier de celui-ci, relève: bona dicta ten Bogarde, sous Sint Oedenrode

Bossche, van den | 1335-09-01

Reg Abdij Bern no 198

Achternamenindex

Wilhelmus de Busco heer van Erp, ridder, geeft nader genoemde goederen bedoeld voor het op te richten klooster van St Clara in Den Bosch, krachtens zijn tweede testament van 1332-08-28, - behalve het vruchtgebruik-, in beheer aan de executeurs in Berna en Jacobus Coptijt, poorter van Den Bosch

Bossche, van den | 1332-02-16

Reg Abdij Bern no 194

Achternamenindex

notaris Robertus de Dordrecht, kanunnik van Berna verklaart dat Wilhelmus de Busco, zoon van wijlen Gherlacus de Busco zijn testament heeft gemaakt: 1) aan zijn vrouw Elisabeth [van Boxtel] legateert hij het vruchtgebruik van zijn goederen in Erp, Vechel, Uden, Oss en Oerschot, behalve de cijns voor de kerken van Oss en Oirschot; 2) tot fundatie van het St Clara klooster schenkt hij het visrecht, en zijn molen op het Hinthamer eind, en een tiental inkomsten binnen en buiten de stad o.a. in Hynen [Rosmalen], Nuwelans, Scinle en Berlichem; 3) klooster Bern krijgt de grote en kleine tienden in Berlechem en 25 £ uit 50 £ in de tienden in Vlymen; 4) legaten: aan Jutta van Saffenberghe, Johannes den Jongen van Herpt e.a.; 6) zijn zaakgelastigde Johannes Coptijt 20 £ per jaar, zijn biechtvader Johannes Moijtken een bedrag ineens; 7) krachtens recht van adoptie tot zoon en erfgenaam Wilhelmus van Horne en Altena als gevolmachtigd procureur

getuigen: de abt van Bern, de vrouw van de erflater, haar broer Heinricus van Boecstel, kanunnik, Theodericus Splitaff, proost van Berne, mr Bruystenus, pastoor van Hoesden, Engelbertus, kapellaan en schepenen van Heusden: Nicholaus Thomasz en Robertus Philipusz