Bedoelde u soms?
deelen | delen | dever | dieden | diemen | doeden | doeven | doevenz | dreger | drever | drevon | driven | drueten | druten | dueven | duiven

6 resultaten

Dreven, van | 1392

Quellen Stift Xanten p 279
Achternamenindex

uitgaven bursa Xantensis: domio Godefrido de Dreven, qui fuit in die computationis, de gratia 1 marc

Dreven, van | 1470~

Quellen Stift Xanten p 382
Achternamenindex

officium camere Xantensis: in Ossenbergh de bonis Sweneldis de Dreven, nunc domini Matthie de Eyll, militis, Ade ingen Diepraem et Drude filie Ade, 2 sol gravis; de bonis Sweneldis de Dreven, nunc autem Matthie, Ade et Drude, 7 sol graves et 5 vasa avene

Eijl, van | 1470~

Quellen Stift Xanten
Achternamenindex

officium camere Xantensis: decima in Repler et Empell alias in Nyephusen habet dominus Johannes de Eyll ad vitam, voor 12 fl Rhen per jaar (p 388); in Ossenbergh; de bonis Sweneldis de Dreven, nunc domini Matthie de Eijll, militis etc (p 382)

Honselaer, van | 1341

De Raadt II p 104/Düss Orange Moers no 16
Achternamenindex

Lufo de Huynselar, miles, a vendu à Thierry comte de Moers, honestos viro nostros fideles, videlicet Arnoldum de Bernheym, Johannem van Dreven, Henricum Orloysch, Craistianum de Molenbrucke cum universis et singulis bonis allodialibus ubicunque locorum sitis, a nobis in feodum tenebant; zegels van Lufus en zijn broer Karolus Huynselar

Gracht, van der | 1595-10-12

De Raadt III p 287/Fiefs no 3027
Achternamenindex

Jean de la Rue ayant procuration de joncheer Chaerles van der Gracht (filius mer Waulter, chevalier, seigneur de Malstede etc) remet au Vieux Bourg, à Gand, dénomberement de la seigneurie de le Maelstede sise hors Hulst, wesende de plaetse van eene vervallen woenstede metten dreven ende uutweghen, consistant en 15 ghemeten de terre féodale, entre Hulst et de Loohoucstrate, fief que ledit Chaerles a hérité de son père

Pijn | 1511-1518

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 241
Achternamenindex

Cornelis Willem Pynsz, gehuwd met Cornelie Jansdochter alias Neel Coperen Pot dreven een handel in wollen lakens, de handel ging slecht en zij namen hun toevlucht op het kerkhof van de Grote Kerk te 's Hage om zich aan hun crediteuren te onttrekken. Enige van hen waaronder Willem Pynsz sloten daar een akkoord met hen. Anderen wendden zich tot het gerecht van 's Hage; sententie: 1522-12-12

crediteur o.a. Meeus Jansz