Bedoelde u soms?
hanhorst | hilhorst's | hilhorstz | hilhort | hulshorst

21 resultaten

Hilhorst | 1423-11-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 285v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gherijt Gout als momber van Eest Jan Goutsdochter en met haar vierendelen van maechtalen: Evert Willem Goutsz, Heynric Ghysbertsz, Willam Woutersz en Aernt van Hilhorst, dragen over: - een hofstede tot Zoes, die van Ermgaerts vader Jan Gheryt Hilhorst was, belend zuid: Aernt Hilhorst, noord: Goeswijn Henricsz, - een vierdeel veens in den kerspel van Zoes, dat van Ermgaerts vader Jan geweest is, belend zuid: Ghysbert Scaed Dircsz met zijn broers, noord: jvr Lysbeth van Brandenburch, hof- en tijnsgoed; de abt verleent dit goed vervolgens aan Henric Gysbertsz tbv Wendelmoet, dochter van Aernt Hilhorst, tijns: 2 penn goet gelts sjaars te betalen in onsen hof tot Emminglaer; 1474: dit goed staat op Arnt Hilhorst

tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Wouter Aerntsz

Hilhorst | 1423-01-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 121v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aernt Hilhorst draagt op tbv Jacop Nenninc zoon van Peter van Hemersvelt een vierendeel veen gelegen in Rijcmanshoeve, belend boven: Geryt Zoes en Aelbrecht Roelfosz, beneden: Gysbrecht Scade, strekkende van Zoes enghe tot Hezerveen toe, hof- en tijnsgoed; Jacob Nenninc ontvangt dit tot een goed onversterfelijk erfleen; 1493: "dit heeft Herman van Hamertvelt ontfangen mit meer anderen venen"

tijnsgenoten: mr Aelbrecht Baers, Jan Lambrechtsz; onse mannen: Ghysbrecht Goedscalc, Peter van Hamersvelt

Hilhorst | 1423-11-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 285v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Ermgaert Jan Hilhorstsdochter met haar dochter Eest, Evert Willam Goutsz, Henric Gysbertsz, Willam Woutersz en Aernt van Hilhorst, Eesten vier vierendelen van maechtael, dragen over 3 acker land met huis en hofstede in het kerspel van Zoes op der Beec, opstrekkende van de Brinc tot aan de Turfwech, hof- en tijnsgoed, belend oost: Peter Gout, west: Willem Jacobsz van Doem; vervolgens verleent de abt dit goed aan Gheryt Willem Goutsz, tijns: 1 penn te betalen in onsen hof tot Emminclaer; "nu Meijs zijn sone"

tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Wouter Aerntsz

Hilhorst | 1436-04-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 66v, 149
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Alijt Jan Gysbert Hilhorst's dochter met haar wettige voogd Jan van Rijck Jansz, dragen op: 1) land strekkende van de brinck tot aan de biscopsweert toe, belend landwaarts: Jacob Rutgersz, zeewaarts: Jacob Goedenz, 2) land op ten Enge, strekkende van de Baernwecht tot aan het Heetvelt toe, landwaarts: Gerrit van Hilhorst, zeewaarts: Jacob Goedenz, 3) land op ten Enge, landwaarts: Jacob Goedenz, zeewaarts: de Heetacker, 4) land op ten Enge, zuid: Aernt van Hilhorst, oost, aan beide einden: Jacob Goedenz; vervolgens wordt Henric Jacop Goedenz hiermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; 1452-08-22: Heynric Jacopsz beleend met het leengoed van zijn vader Jacob Goedenz, volgens leenbrief van 1436

tijnsgenoten: Rycout Rycoutsz, Herman Gout; mannen: Aelbert van Baren, Goessen Bosch Willemsz; 1452: Evert Jacobsz, Willem Ricoutsz

Botter | 1462

Leenregister abdij St Paulus Utrecht 505 fol 436v
Achternamenindex

Goesen Bosch Willemsz en zijn zoon Henric Bosch, onze mannen, maken tot lijftocht voor Wendelmoet Henric Bottersdochter, vrouw van Henric Boschen, 25 gouden Arnh gld per jaar uit een stuk land met een hofstede gelegen tot Zoest, belend: landwaarts Dirc van Oestrum, zeewaarts: Geryt van Hilhorst; met alle toebehoren

mannen: Dirc van Duven, Tyman Mouwer van Heersel

Walraven | 1425-11-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 286v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan Walraven draagt over een camp land geheten de Hedecamp en een akker land onderdeylt met joffer Schade Gerijt Waaringsdochter, belend zeewaarts: Gerijt Hilhorst, landwaarts: de schutters van Zoes, gelegen in het kerspel van Zoees, hof- en tijnsgoed; vervolgens ontvangt Geryt die Kraen Matheusz dit goed

tijnsgenoten: mr Albert Baers, Jan Lambertsz

Schade | 1483-02-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 233v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gherijt Schade Dircsz draagt op een vierdel veen gelegen after Zoes engh in het kerspel van Zoes, belend zeewaarts: Lambert Fierlinx kinderen, landwaarts: Gerrit Hilhorst en zijn kinderen, hiermee wordt vervolgens Bernt Schade beleend, tot een onversterfelijk erfleen; in margine: "dat vierdeel veens heeft Jacop [Schaij] nijct ontfangen"

mannen: Evert van Heese, Henric van Ryngenberghe

Scade | 1473

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 233v
Achternamenindex

Bernt Schade wordt binnen jaar en dag na dode van zijn neef Volken Bot Petersz beleend met ½ hoeve veen in het gerecht van Zoes, belend: Henric Goijertsz en de erfgenamen van Rolof van Baern, noord: Goesen Willamsz en erfgenamen van Gysbert Woutersz; Gheryt Schade Dircsz draagt op een vierdel veen gelegen achter Zoes enghe in het kerspel van Zoes, belend zeewaarts: Lambert Fierling kinderen, land: Gheryt Hilhorst, en wordt er mee beleend

mannen: Evert van Heese en Henric van Ringenberg

Borre | 1424-04-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 125v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan Borre Claes Bannenz en Henric van der Bilte dragen op tbv Henric van Zanten Gerijtsz een stuk veen dat zij van de abdij in leen hielden, hen aangekomen na dode van zijn vader, gelegen in Zoeser Veen, strekkende van den herden lande tot aan Hezerveen, belend zuid: Gysbert Henrixz erfgenamen en Geryt Rutgersz van Hilhorst mit gemengeder voren, noord: Jan Borre met een vierdel veen; Henric ontvangt dit tot een goed onversterfelijk erfleen

mannen: Aelbert van Baren, zijn zoon Volquin van Baren

Haerlem, van | 1423-11-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 285
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Woutersz als voogd van zijn onmondige zoon Herman, met Dirc Stevensz van Hamelenberge, Steven Gysbert Scaelsz, Jan Stoep Ricoutsz, Ricout Claesz en Aernt van Hilhorst, als van vier vierdel maechtael, dragen op 2 acker weiland in het Nyeuwelant [te Soest ?], hof- en tijns goed, van de brenc strekkende tot aan tsheren maet, belend landwaarts: Meeus Dircsz, zeewaarts: Rutger Rutgerz, vervolgens verleent de abt dit goed aan Claes van Haerlem, prior tot Vreendael voirs, in een eeuwige erfpacht voor 1 g.g. oude Ludovicus Vlaemse groot; 1490: "item dit heeft Geryt Knijff in anno 1490 Vide int tynsbouck in die profesto St Martini"