Hoop | 1420-06-17

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 324

Achternamenindex

leen van Vianen: no 712) een hofstede aan de gracht voor de waterpoort te Vianen, strekkend 9 roeden breed en achter Lekwaarts, Dirc de Grimer met lijftocht voor zijn vrouw Jutte; 1437-08-09: Elisabeth Hoops, zuster van Dirc de Grimer, belend beneden: Arnoud Botter

Merwede, van der | 1790

Navorscher jg 1852: 134

Achternamenindex

Louis van der Merwe maakt een expeditie mee als burger in de Kaap de Goede Hoop

Cuyk, van | 1365, 1368, 1371, 1376

De Raadt II p 296/Charters de Brabant no 2073, 2186, 2204, 2403; Kroniek Hist Gen 1878 p 166

Achternamenindex

Jean van Kuyc, fils ainé de sire Wenemaer, reçoit des paiement du Brabant. 1367: Otto dictus de Mierhope, met zijn wapen (Otto de Kuijc) et son frère légitim, Johannes dictus Kuyeman, armiger (Johannis de Cuijc); 1374-12: in de slag bij Basweiler: "die XXIXe rotte, heer Henrick van Cuijck, zijnen hoop, hij is bleven doot in velde. heer Godevaert van Ymmersele; Jan van Mierop, heer Jan van Meere

Geysteren, van | 1612-03-17

Not Arch Amsterdam 375 fol 125, 131/Notaris Nic Jacobs

Achternamenindex

Pieter Warnaersz Kistgens voor zichzelf en in naam van zijn moeye Anna en vrouw Cornelia van Geysteren, verklaart dat Tryntgen Heynricx vrouw van Heynrick Willemsz hem en zijn vrouw en zijn moeye gedurende 2 of 3 jaar heeft belasterd, zeggende dat Cornelia de zijden lakenen en andere goederen uit de winkel van Thomas Heynricxsz, broer van Tryntgen, heeft gedragen, zodat ze berooid zijn geraakt; bovendien heeft Tryntgen geschreven ten nadele van Anna en Cornelia dat "sij luyden waren eenen luijen leckeren hoop ende dat sij niet en sochten dan andre uijt te suijpen"; de notaris zal aan Tryntgen deze verkaring voor lezen en vragen of zij hierbij persisteert

Herlaer, van | 1568~

W Moll en JG de Hoop Scheffer: Studien en Bijdragen Historische theologie p 333, 339, 341

Achternamenindex

Noordholland in het Geuzenjaar, naar de verhoren in het Belgische Rijksarchief: - (p 333) Warmenhuizen, 1566-10, toen Loef van Herlaer baljuw was, is gebeeldstormd (sedert 1567 is Joost van Veen baljuw etc); verder genoemd: Willem Ysbrantsz, kapellaan van Schoorl, Adriaen Cornelisz die de predikant met zijn wagen ingehaald had, pastoor heer Reijer die op zijn Geusch begon te preken hoewel de heer van Brederode het verboden had, Pieter Jansz Snoick, baljuw van Egmond Harlar, Pieter Jansz, schout; (p 339): Dierik van Geldorf van Herler, schout van Egmond binnen en de Hoef, 33 jaar oud en 9 jaar schout, zegt dat op het huis te Egmond is geweest wijlen de heer van Brederode, de graaf van Egmont, om de Berger- en Egmondermeer te bedijken (....) en verklaart dat de abdij van Egmont en het slot ongedeerd gebleven zijn; Pieter Ossewijer, kapellaan te Egmond, oud 40 jaar, 2 ½ jaar vice cureit zegt dat Loijs Fransz [=Lodewijk Frnasz] tegenwoordig om zijn koopmanschap in Duitsland is, voor wijnen te Straatsburg, en zich niet met de nieuwigheid bemoeit; Jan Vermeije, pastoor van Oud-Karspel, preekt nog steeds Katholiek hoewel Loeff van Herler, hem geraden had de dienst wat te laten cesseren, idem heer Frederik Viti, pastoor van Harinckcarspel

Holland, Merwede