Bedoelde u soms?
haijck | hoijck | hoijnck | huijch | huijge | huijgh | huijs | huijse

4 resultaten

Huijck | 1643-04-23

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv no 51
Achternamenindex

losrenten kantoor Enkhuizen: verschijndag 05-15, Pieter Huijck, fl 6000 - fl 240; 1644-11-03/11-09: Pieter Huijgh, fl 2000 - fl 80; 1646-03-02/03-14: Dirck Luycasz Huygh, fl 1404 - fl 56-3-3; 1647-06-21/07-08: Pieter Huijgh fl 3200 - fl 128; 1648-11-05/11-12: Pieter Huijgh, fl 6000 - fl 240, geemployeerd in de negotiatie van 1784-11-09

Herlaer, van | 1640-05-06

O.R.A. 2102 fol 32
Achternamenindex

Cornelis van Brinckhoff van Moerjaen, baljuw en schout van de drie Egmonden, Gerardt van Vladeracken en Gerrit Reijersz, schepenen, oorkonden dat Clement van Berckel transporteert aan Geldolf Jansz van Harlaer een huis, erf en boomgaard te Egmond op de Hoef, belend zuid: Huijck Reijersz, west: Jan Heyndricsz Rodenburch, noord: Jan Thomasz van Wel, oost: de Heerewech; een hoekje belast met een erfpacht van 2 st 8 penn; is overgenomen in lijfrente voor 1800 gld

Egmond Binnen

Houten, van | 1605-08-04

O.R.A. Alkmaar 139 fol 207
Achternamenindex

Thobias Jansz Commersteyn x Geertge Harckendochter, Gerrit Harcken van Houten en Dirck Harcken van Houten voor zichzelf en voor hun zuster Clara Harckendochter, mits absentie van haar man. Verder Jacob Dierten, houtcoper en Jan Ellertsz als ooms en voogden van de onmondige broers en zusters van de comparanten, alle kinderen en erfgenamen van wijlen Harck Jansz van Houten, secretaris. Diens weduwe, Marritgen Heyndricsdochter geassisteerd met haar broer Huijck Heyndricsz als voogd, verkopen huis en erf te Alkmaar

Smit | 1543-01-12

Schepenrol Hoorn 4147
Achternamenindex

"Achtervolgend d'eijsch ende conclusie genomen bij den schout op ende jegens een Jacob Pietersz de smit, dat diezelve tot diversche stonden ende tijden bedreven soude hebben sekere insolentien van zijn wijf bloedich ende blaeu te smiten ende alsoe vuyten huijse te jagen, dat hij ter cause van dien behoert gecorrigeert te wesen nae gelegentheyt van de saicken tot arbitrage van mijn heren van den gerechte. Ende alsoe deselve Jacob op geenen dagen hem beteijken voor recht gecomen is, maer altijt vellich gebleven. Alsoe nae goede informatie die myn Heren van den gerecht hiervan gebleken is, condemneren deselve gedaechde dat hij sculdich sal wesen de schout te bethalen die somme van 11 Karol gld tuschen dit ende die naeste rechtdach, of bij gebreecke van dien dat hij die houten huijck sal dragen"