Bedoelde u soms?
oplevert | opweert

12 resultaten

Ophemert, van | 1593

Batavia Illustrata bl 1022
Achternamenindex

genoemd: Alyd van Ophemert gezegd Bloemendaal, gestorven 1593 x Adriaan van Naaltwijk

Muijlwijck, van | 1596-05-23

A.R.A. Inv Arch Mackay van Ophemert regest 108
Achternamenindex

Jan Tonisz en Geerit Tonisz, dijkheemraden te Brakel, oorkonden dat Ariaen Peetersz van Muijlick naar dijkrecht een aantal nader omschreven percelen land aldaar, afkomstig van Merten van Rossum of het huis van Ophemert, krachtens verwin heeft aangevangen

Beest, van | 1481-07-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 19, 16, 13, fol 425
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt oorkondt dat Gheryt van Eemskerck vanwege zijn vrouw jvr Jan van Beest beleend wordt met 3 morgen land met huis en hof, gelegen op den Wolffsdarm in het kerspel van Hemert [= Ophemert], belend boven: de erfgenamen van Gheryt van Bommel, beneden: Gerbrand van Beest; "modo jvr Otto van Beest ejus filia, in libro abbatis Wit fol 150"; 1480-07-06: beleend jvr Ott van Beest, weduwe van Alfer van der Horst, na dode van haar broer Willam van Beest, hulde doet Elys van Scerpenzell; 1422-10-16: beleend Gherbrant van Beest, belendingen idem, maakt dit tot lijftocht voor zijn vrouw joffer Hadewich van Biest; 1450-11-29: beleend Willam van Beest na dode van zijn vader Gherbrant van Beest, belend boven: erfgenamen van Gheryt van Bommel, beneden: hij zelf

mannen: Johan van Renesse van Wulven, Gheryt van Rijn, Frederic uten Ham; 1480: Otto van Noerde, Henrick van Ringhenberghe; 1422: Vrederic van den Voerde, Tyman de Lange; 1450: Goert Conynck, Jan van Huekelem

Assendelft, van | 1658

A.R.A. Inv no 1364 Arch Mackay van Ophemert
Achternamenindex

aanplakbiljeten van de verkoping namens Simon de Faget, weduwnaar van Margaretha van Assendelft, van een bouwhof te Herveld onder Valburg en van ¼ van een bouwhof te Lienden

Haeften, van | 1595-02-28

A.R.A. Inv Arch Mackay van Ophemert regest 107
Achternamenindex

Gerhard Voet, substituut-stadhouder van de lenen van Gelre, beleent Henrica van Haeften met de korentiende ofte Gemensche tiend en de smaltiend te Driel, toebehorend aan het huis Amersoyen, welke zij van haar vader Walraven van Haeften geerfd heeft

leenmannen: Gerlach van der Capel, Jasper van Hattem, Bartolomeus Broil

Arnstädt | 1744

A.R.A. Inv Arch Mackay van Ophemert no 1667
Achternamenindex

de koning van Pruissen koopt van de baron van Arnstädt de heerlijkheid Broekhuizen in het land van Kessel in Opper Gelder

Beijnhem, van | 1585-04-16

A.R.A. Inv Arch Mackay van Ophemert regest 104
Achternamenindex

Jan Goessensz, Derick Goessensz en zijn vrouw Mary Fieren, Elisabeth Goessensodchter, weduwe van Roeloff Reijersz, mede namens Roeloff Roeloffsz, onmondige nagelaten zoon van Roeloff Reyersz, verkopen aan Gerit van Beijnhem en Cristina van Eck, ½ van 6 morgen genaamd "dat Moeijenlandt" onder Eck, belast met erfpacht tbv de graaf van Culenborch. Voor de vrijwaring verbindt Jan Goessensz 14 hond land onder Omeren, genaamd "de Rosenkamp". Dirk, Mary en Elisabeth verbinden hiertoe 2½ morgen onder Maurick, en voorts al hetgeen zijn reeds of later bezitten onder Ingen, Omeren, Eck en Maurick

Giessen, van | 1657

A.R.A. Inv no 1518 Arch Mackay van Ophemert
Achternamenindex

akte van overdracht door Elisabeth van Giessen, weduwe van Barthold van Gent, aan haar gezamenlijke kinderen, van al haar goederen onder het rechtsgebied van de hoge bank van Zuilichem

Herlaer van Meerwijk, van | 1552-10-07

A.R.A. Inv Arch Mackay van Ophemert regest 178
Achternamenindex

Adriaen van Herlair van Merwijck beleent Adriaen die Cock van Delwijnen Jansz met de helft vana een tiend onder Delwijnen en op die Ringelmeer, die hij geerfd heeft van Johan de Cock van Delwijnen, en waarvan Alairt van Haeften de andere helft bezit

leenmannen huis Ammersoyen: Willem Mattheusz, Aert Woutersz

Herlaer van Meerwijk, van | 1560-01-02

A.R.A. Inv Arch Mackay van Ophemert regest 82
Achternamenindex

leenmannen van Gelre oorkonden dat Adriaen de Cock van Delwynen en zijn vrouw Maria van Brakel, krachtens octrooi van de koning dd 1558-12-16 bij uiterste wil beschikken over hun beider leengoederen: Adriaen kent aan Maria, met consent van de leenheer Adriaen van Herlair van Merwijck, dd 1559-05-15, toe het levenslang vruchtgebruik van de halve tiende onder Delwijnen op de Rengmeer. Maria geeft haar man Adriaen het vruchtgebruik van de grote halve tiend onder Brakel, waarvan de heer van Pouderoyen de andere helft bezit. Bij ontbreken van kinderen te komen op de oudste zoon resp. dochter uit haar eerste huwelijk met Johan van Gijsen (vgl 1552-10-07)