Bedoelde u soms?
stock | stocke | stockem | stocken | stocker | stockhem | stokkum

11 resultaten

Stockum, van | 1476

Arch Cannenburg Inv 137, 138
Achternamenindex

de heerlijkheid Stockum bij Eupen in het hertogdom Limburg was een Brabants leen, hiertoe behoorde het huis Stockum, een banpanhuis, bierbrouwerij met de ban onder de bank van Balen, een molen, de hof te Stockum groot 150 morgen land en 10 morgen beemd, beperkte jurisdictie over meiers en laten; ± 1476: volledig verwoest door de inwoners van Luik, waarna Johan Faes van Stockum alias van den Panhuis, tot de bedelstaf gebracht, Stockum verkocht aan Vincentius van den Swanenburg, stadhouder van Limburg, die het door verkocht aan dr Joist Beyssel die het huis in 1502 opbouwde; 1514 verkocht hij het aan zijn schoonzoon Henrick van Ruysschenberg, die van 1522-1529 over het bezit moest procederen met Johan van Remerstock, erfgenaam van Joost Beijssel

Stockum, van | 1526

Arch Cannenburg Inv 137, 138
Achternamenindex

de heerlijkheid Stockum: Hendrik van Ruysschenberg gaf het aan zijn dochter Margaretha die trouwde met Steven van Stommel; Hendrick en zijn vrouw Sophia van Rorick behielden het vruchtgebruik. Sophia van Stommel, wier moeder in 1528 enige dagen na haar geboorte overleed, ontving in 1545 Stockum ingevolge de huwelijksvoorwaarden met Johan van Groesbeek, gemaakt met haar oom Hendrik van Ruysschenberg. Johan van Groesbeeck richtte naast een ros-, wind- en watermolen in 1550 een nieuw panhuis op dat zeer "costelick" was; hij overleed in 1553 en liet zijn weduwe en kinderen grote schulden na, die door Hendrik van Isendoorn, in 1555 getrouwd met Sophia van Stommel, werden overgenomen. Na de dood van Sophia van Stommel (of pas na de dood van Hendrik) kwam Stockum aan de kinderen uit het eerste huwelijk van Sophia met Johan van Groesbeek, terwijl de nakomelingen van Hendrik van Isendoorn zich gedurende de gehele 17e eeuw heer van Stockum bleven noemen, geheel ten onrechte

Stokkum, van | 1586-01-06

Bortet: Delft p 332, 335
Achternamenindex

Arent Henricsz van Stockum, gasthuismeester van het nieuwe gasthuis te Delft; 1589-01-06: zijn vrouw Catharina Jansdochter van Dorp wordt moeder van het nieuwe gasthuis

Merode, van | 1631

Inv Arch v.d. Boetselaer 1965 Inv 183 p 50
Achternamenindex

overeenkomst tussen Alpherda van Merode vrouwe tot Mervelt en Stockum, als moeder an Adolph heer tot Mervelt, enerzijds en Willem Jacob van den Boetzelaer [van Toutenburg] over een kistje juwelen en een vordering van 500 daalders

Asperen, van~ | 1496-07-04

Partic Leenkamer Asperen 1 fol 17
Achternamenindex

de heer van Asperen beleent Joost Folpertsz na opdracht door Jut Aertsdochter, vrouw van Dierck Stockum met ½ vierdel land gelegen in de heerlijkheid Asperen in Harman Liefmans hoeve, samen met de zusters van Heusden, belend beneden: Peter van Hemert, boven: Remboutshoeve

Haer, van der | 1521-1522

Rek Drossaard Land van Arkel no 3838 fol 8v
Achternamenindex

rekening drossaard van het land van Arkel: ontvangen van nakoop: van Lysken seemschoenmaker over de nakoop van een huis en erf in de Muter ? Stege, strekkende voor van de straat tot Jan van Verns erf toe, belend tussen Dirick Stockum en Jan Jansz van der Haer

Camphuysen, van | 1417-10

Leenregister Huis Bergh no 112 p 108
Achternamenindex

het goed te Medevorden, gelegen in het buurschap van Mechele in het kerspel van Genderingen, 5 marken; - het goed Bezengede Hof, te Lobrick in het kerspel van Beke, 5 marken; - de Glinthorst, 1 £; - het goed te Stockem, 1 £; 1417-10: Gisebert van Camphusen, na zijn dood: zijn zoon Cracht van Camphusen; 1443-05-03: na de dood van zijn vader Cracht: Deric van Camphusen; 1446-10-19~: Dedrick van Camphusen; 1490-06-25: onmondige zoon van Cracht van Camphuisen (broer van Derick x jvr Geese Smullincx) ontvangt het goed te Glynthorst en te Stockum; 1540-11-16: zijn broer Ghiesbert en 1542-22-05: Cracht; 1548-05-30: Cracht van Camphuysen Crachtsz de jonge

Herlaer, van | 1683-10-27

G.A. 's Hertogenbosch Not Arch no 2778
Achternamenindex

compareerde voor mij Simon van Stockum, openbaar notaris, Odilia, meerderjarige dochter van Cornelis Dedel en Anna van Dinther, voor zichzelf en uit naam van haar twee broers en zuster Petrus, Godefridus en Catharyna, en Cornelia, dochter van Petrus Caers--- ? en wijlen Cornelia, zuster van de comparante, tezamen voor de helft, Maria meerderjarige dochter van Hendrica van Herlaer, voor zichzelf en als medeerfgenaam van Theodora van Herlaer, haar overleden zuster, volgens het testament door Maria en Theodora gemaakt voor notaris Jacobus de Bije, gepasseerd 1679-03-08, binnen deze stede, voor ¼ deel, Maria van Herlaer en Johan Brandijn, advocaat alhier, als voogd over de zes onmondige kinderen van Adriaen, zoon van Leonardus van Herlaer (met name Godefridus, Henricus, Johanna, Mechtelda, Petronella, Robbertina) en de voors. Maria van Herlaer zich nog sterk makende voor Adriaen meerderjarige zoon van Leonaert, voor het resterende ¼ deel, als de erfgenamen van Hendrica van Empel in haar leven weduwe van Godefroij van Herlaer, licentiaet in de rechten, geven volmoacht aan Arnoldus van Boxstel te Brussel, om namens hen van de regenten van de Berch van Bermherticheydt te Brussel te ontvangen de somme van 2000 gld

Odilia Dedel, Maria van Herlaer, Johan Brandyn, Huybert Kievit, Peter van Esch

s Hertogenbosch

Vuren, van | 1437-09-01

Catal Auctie van Stockum Den Haag 11-1950 no 1445; Stukken betreffende het slot de Cloot en Spijk
Achternamenindex

Elysabeth vrouw van Jan Sandersz [van Blanckenvoort] draagt namens haar zoon Hendrik de tienden te Spijk (tevoren leen van Arkel) over aan Otto van Asperen heer tot Spyk; 1519: Otte Walravensz van Vueren beleent diens neef Walraven Roelofsz

Arkel, van | 1408-12-21

Ons Voorgeslcht 02-1985 p 57/Charter Arch Sppijk/Catal Auctie van Stockum 7 t/m 9 nov. 1950 no 1445
Achternamenindex

leen van Arkel: een koren- en smaltiende in Spijk, en de helft van de Polre, beleend Jan Sandersz van Blankevoort voor zijn tekort aan Jan heer van Arkel; 1413-11-08: Jan Sandersz van Blankevoort te lossen met een gedeelte van 600 £; 1426-11-05: Sander van Blankevoort voor het tekort op zijn rekening beleend door Jan van Arkel; 1437-12-19: Elisabeth weduwe van Jan Sandersz met haar zoon Hendrik draagt het leen over aan Otto van Asperen heer van Spijk