Bedoelde u soms?
vliete | vrees | vrese | vriend | vriende | vries | vriesen | vriesse | vrieze | vrijese | vroede | vryese

237 resultaten

Maleghys | 1278-08-15

v.d. Bergh II no 368
Achternamenindex

schepenen van Dordrecht: Tielman Machteldenz, Jan die Vriese, Heinric die Vriese, Ghysebrecht Maleghys

Vriese, de | 1278-08-15

v.d. Bergh II no 368
Achternamenindex

schepenen van Dordrecht: Tieleman ver Machteldenz, Jan die Vriese, Heinric die Vriese en Ghysebrecht Maleghys

Vriese, de | 1564-03-03

Ned Leeuw jg 1957 p 251
Achternamenindex

schepen van Haarlem: Dirck Jacobsz de Vriese, wapen als zijn vader Jacob Dirksz de Vriese (1514): 3 eikels

Vriese, de | 1145-03-13>

Oorkbk Sticht Utrecht no 384; Sloet no 285
Achternamenindex

getuige voor koning Coenraad o.a. Heinricus Freso; 1145-10-18: Henricus Freso en zijn broer Wigerus

Vriese, de | 1162-08-28

v.d. Bergh I no 143
Achternamenindex

getuige voor graaf Floris III o.a. Isbrand Freso

Vriese, de | 1165

v.d. Bergh I no 145
Achternamenindex

getuige voor keizer Frederik I o.a. Cuno de Malbergen en Henricus Friso, Meynardus comes de Novamagio

Vriese, de | 1213

v.d. Bergh I no 239
Achternamenindex

Lubbert, abt van Egmond beleent zijn advocaat Willem van Egmond met de advocatie en de lenen van de abdij; indien Willem zonder wettige zoon overlijdt, zal diens oudste dochter "advocatiam cum predicto feudo" ontvangen, als hij geen dochter heeft, zal zijn oudste broer opvolger zijn

testes: Isbrandus de Lane, Henricus de Heyligelo, Gerbrandus de Alcmere, Albertus Uuijttenhage, Berwoldus Friso

Vriese, de | 1241-06-05

v.d. Bergh I no 380
Achternamenindex

getuige voor graaf Willem II o.a. Hugo dictus Freso

Vriese, de | 1250

J Hof: Abdij Egmond p 479/Roefs 156
Achternamenindex

vermeld: Isbrandus filius Walteri Friso, monachus [kan onmogelijk juist zijn]

Vriese, de | 1250-05-19

De Fremery no 112
Achternamenindex

graaf Willem oorkondt dat indien tussen: Wolfardus, Nicholaus, Friso, Wulfardus junior, Henricus de Everingen, milites; Scharpardus en Egidius de Koudekerke en andere edelen in Zeeland, die aan Margaretha van Vlaanderen bijstand verleenden, en hun vijanden, gijzelaars gesteld en naar Brugge gezonden zouden worden, dat de gravin niet gehouden zal zijn hem die gijzelaars uit te leveren