Arkel, van | 1395

Oudste Leenregister Kapittel Oudmunster O 127
Achternamenindex

dit zijn de mannen der proostdijen van Oudmunster te Utrecht in het jaar 1395: 1) Otto van Arckell met de heerlijkheid Haestrecht, gerecht, cijns, water en de mannen die er van oudsher bij horen; 2) zijn zoon Johan van Arckell met het gerecht Everdingen op Outenae geheten die Tyenhoeven met tijns van Hagensteyn aen Langhebalgerien, belend: heer van Culenborch en de heer van Vyanen met een gerecht beneden, dat hij van Oudmunster in leen houdt (dit houdt nu Oet Pijck van Beest); 3) 1 vrie hoeve gelegen tot Scalcwyck streckende van de Scalcwycker wetering aan Tulrewetering, boven de straat de Utwech en beneden Johan de Coninck borger tot Utrecht (dit houdt nu Jan van Tiel borger tot Utrecht); 4) land gelegen tot Everdingen in de heerschap van Hagensteyn van de Leck tot aan Houtenaechen wech, belend: Herman van Everdingen en beneden Johan van Arckell