Arkel, van | 1495

Reg Gelderse Leenaktenb 9e stuk p 499
Achternamenindex

Arkel van Heukelom, het huis tot Weerdenborch: Walrave van Broichusen, vrouw van Otto van Arkel heer tot Hoekelom verzoeken de belening als erve van haar broer Gerrit, wordt uitgesteld tot de komst van de raadsheren van Wilhem van Aeswijn, 1496 beleend. "Ende diewijl sy 7 kinder, 4 soone ende 3 dochter heeft", erft de oudste zoon Gerrit van Arkel de heerlijkheid, of de oudste zoon in leven; 1514: Walraven van Arkel, erfenis van zijn moeder; 1519: Walraven van Weerdenborch; 1521: Gerrit van Arkel bij transport door zijn broer Walraven; 1534-07-13: Walraven van Arckel bij transport van zijn broer Gerrit. Hij geeft zijn vrouw Catrin van Gelre een lijftocht; 1538-10-04: eed vernieuwd; 1556-06-23: Otto van Arkel erft van zijn vader Walraven. Zijn broers en zusters waren Karel, Joris, Gerrit, Elisabeth, Anna, Walrave, Helwich, Carl van Arkel. 1557-10-27: eed gedaan. 1563-08-11: de zoon van de vrouw van Weerdenberch krijgt uitstel; 1566-11-16: het leen gaat van Catrin van Gelder over op haar zoon Carl; 1576-11-16: lijftocht voor Carls vrouw Claude van Lykercken; 1596-03-13: Catrin krijgt 3 maanden uitstel na de dood van haar zoon Carl van Arkel; 1599-10-13: erft Maria van Arkel, als erve van haar vader Otte en erft voort op haar moeder Elisabeth. Het gaat over op de zoon van Elisabeth Thomas van Thiennes, bannerheer tot Heucklom Leyenberg