Bentheim, van | 1253-09

Oorkbk Utrecht dl III no 1214, p 100; Sloet II no 753; Van Mieris I p 279; Reg Geld leenaktenb 10e stuk p 555
Achternamenindex

Otto comes de Bentheim draagt aan Otto comes Gelre over al zijn allodium, sicut jacet ab Aspere superius, zover als het land van de graaf van Gelre reikt, videlicet Malsen, met al zijn toebehoren zowel in hominibus als in ministerialibus. Ook draagt hij over zijn curtis in Malderic. Hij heeft hiermee al zijn allodia in het gebied van de graaf van Gelre opgedragen en weer in leen ontvangen. Hij zal de graaf dienen, behalve tegen zijn heren, de (aarts)bisschoppen van Bremen, Utrecht, Münster en Osnabrück