Cruijningen, van | 1506-1530

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 347
Achternamenindex

Jan heer van Cruyningen wilde tijdens de Vasten anno 1505 een buitengors te Nisse bedijken, uit eigen zak. De bedijking mislukte, doch werd Pasen 1506 hervat; voor de financiering liet hij door zijn rentmeester Cornelis Jansz Brune renten verkopen o.a. de H Geest te Goes en de weeskamer te Middelburg; bovendien verkocht hij nog een zoutkeet. Na de voltooing van de bedijking in 1507 vorderde de rentmeester nog 444£ 12sc 6gr 14 m. De heer ontving deze rekening nog, liet in de 6 jaar dat hij nog leefde niets meer van zich horen, wel schonk hij hem het schot van Nisse. Jan van Cruyningen stierf in 1513-06, de rentmeester 1515-11. Jhr Joost, zoon van de overleden heer was in 1516 nog 173£ 14sc 7gr 6 miten schuldig, maar wilde niet betalen; in 1528 veroordeelde het Hof hem tot betaling van 118£ 18sc 6 penn Vls, waarop hij in appèl ging bij de Grote Raad; 1524-03-19: sententie