Eck, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 64v, 72v, 80, 75, 110
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Otte van Wyck Ottenz een akker land in de maalschap van Rijswijck mit Wyfsdycxvelt, van de Wyfdijck tot aan de Broecsteeg, belend boven: Geryt van Wyck Ottenz, beneden: Jorden Doijs, na Ottens dood te komen op zijn zoon Jan (eerst zoon Willem, doorgehaald) bij Hadewich Dircxdochter van Ecke. Mannen: Jan van Eck Woutersz, Wouter van Overrijn; - Jacop Coppier Willem Spierincsz dat Willem opgedragen heeft 4 morgen te Goedbertingen, van de wetering in de Lecke, belend boven: Willem van der Lochte en Jacob Crafte met leen van Vianen, beneden: Johan van Eck Woltersz met leen van Culenborg; - Johan van Eck Dircxz een huijsmate tot Mauderic, 8 hont, belend boven: Gerefaes van der Wade, beneden: jhr Peter van Culenborg; - 2½ morgen int Nijslach geheten die Gheren, belend zuid: Claes Ottenz en een altaar in de kerk van Eck, noord: die gemeyne Huetgrave, (dit land heeft Jo van Eck Derexz opgedragen ende die Huesmate van 8 hont land ontvangen jvr Belije, zijn zuster, en die 3 morgen heeft ontvangen Otte Claesz); - Reyner Reijnersz 4½ morgen dat Lampholle van Ecke opgedragen heeft, belend boven: Reyner Reynersz met 8 hont land, beneden: Roelof van der Eme. De tijns van Culemborg tot Mauderick: Deeuken van Eck van sinen goede 48d