Foreest, van | 1499-12-13

R.A.H. 111 Caput N.H. fol 121, 124-129/Reg Archidux fol 28
Achternamenindex

hertog Philips vergunt aan Harper van Foreest om over zijn leengoederen te mogen disponeren tbv zijn drie dochters, Ursula, Anna en Maria, bij zijn wettige vrouw Maria de Catus [!] domina de Leyenburch. Testament van 1501-09-18~ en 1499-09-18: bij kinderloos overlijden van jvr Anna of jvr Amria zal de langstlevende haar aandeel erven. In zijn andere goederen zullen zijn drie dochters erven, maar behoudens zijn huisvrouw vrouwe Maria van Leyenburch Wolfertsdochter van Cats haar lijftocht hieraan. Zij zal de doodschulden moeten betalen, ook behoudt zij in bruikwaar hun huisinge, huisraet, inboel en juwelen. Ook zal zij haar lijftocht hebben aan het huis dat hij heeft tot Abbenbrouck. Gepasseerd ten woonhuize van de testator, staand "in parte occidentali ville Hagensis". Philips confirmeert zijn testament

testes: Johannes de Vries, Cornelis Gerritsz, schoenmaker, Goswinus f. Henrici pistoris, inwoners van den Hage; notaris Thomas filius Theoderici de Medemblick, clericus et noataris publicus; Theodericus filius Wolteri de Bekensteyn en Philippus Wilhelmi Schuten, leenmannen