Haren, van | 1218~

De Fremery no 48
Achternamenindex

Albert, heer van Cuyk, constateert giften door Albert van Dinther (voor het zieleheil van zijn vrouw Machteld) en Amelricus van Heeswijk, ridders, aan de abdij Berne geschonken. Verder koop van een goed door de abdij van heer Ywanus van Hogesvort, beleningen aan Wouter van Bernhese en Heidenricus de Machare en nog een gift van Dirk graaf van Megen

getuigen: dominus Henricus de Kuc, pater meus, dominus Hubertus de Hesewic, dominus Bernier; testes voor Hendrik van Cuyk: hijzelf, zoon van Albertus, Albertus de Oss, Henricus de Splindere, Godenoy, Eugene de Haren, Hermannus de Uden en zijn broer Arnoldus, Macharius de Cheldunc