Jutfaes, van | 1422-06-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 69, 69v, 81v, 82v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat hij Jacob van Jutfaes Florensz beleend heeft binnen jaar en dag na dode van zijn vader Florens van Jutfaes, met 36 £ uit de tiende van Eemnesse; uit een vidimus van 1439-06-05: van 3 brieven dd 1322-08-12, 1377-03-08, 1422-06-23; vervolgens verleent abt Willem van Huekelem op verzoek van Jacob van Jutfaes Florensz, dat die rechte nahant en die rechte leenweer van de 36£ uit de tienden van Eemnes, na Jacobs dood te komen op zijn zoon Loeff, die hij heeft bij zijn vrouw jvr Meynten Herboertsdochter van Pallaes, behoudens haar lijftocht; 1454-06-30: beleend Loef van Jutfaes, na opdracht door Jacob van Jutfaes Florensz, met lijftocht voor zijn ouders Jacob en Mente; 1452-10-14: abt Jacob van Poelgeest beleent Jacob van Juytfaes met de ledige hand, met het leen waarmee hij 1422-06-23 beleend was (vgl 1439-06-05)

mannen: Tyman die Lange, Vrederic van den Voerde; 1452: Souw van Rijn, Govert die Coninck; 1454: Goeswijn van Scadewyck, Geryt Scade