Merwede, van der | 1463-09-07

Ned Leeuw jg 1939 p 68/Grote Raad Mechelen Sententien 1966 p 22, 66/Hof van Holland no 466 no 10 fol 7v, 30v, no 36 fol 47v, no 57 fol 62v, no 467 no 7 fol 57v en fol 53
Achternamenindex

proces tussen Odilia van de Merwede en Raso van Borchove, namens zijn vrouw Hadewich van Drongelen, haar vader was wijlen Jan van Drongelen heer van Eethen en Meeuwen. Uit zijn eerste huwelijk was een dochter die zijn leengoederen zou erven; in zijn 2e huwelijk met Maria van Schoonhoven had hij als dochter Hadewich. T.b.v. Maria en haar kinderen belastte Jan de heerlijkheid Eethen en Meeuwen met een rente van 200 gld. De dochter uit het eerste huwelijk verkocht vervolgens deze heerlijkheid aan Dirk van de Merwede, vader van voornoemde Odilia. Maria van Schoonhoven overleed rond 1458 en Hadewich erfde de rente, doch Odilia staakte de betalingen toen de heerlijkheid niets meer waard was dan 100 clinckaerts per jaar. Zij had de heerlijkheid overgedragen aan Robbrecht van Drongelen Pietersz, waarvan in de leenregisters niets te vinden was, terwijl zij nog steeds in het bezit ervan was, daarom wordt zij in het ongelijk gesteld en Raso mag de heerlijkheid aanvaarden tegen betaling van 50 Vr Cronen per jaar aan Odilia, maar eerst zal hij zijn achterstallige renten van 1200 gld ontvangen

1471-01-18 (1470) verkoop en verdeling van de heerlijkheden Meeuwen, Eten en Drongelen (p 22); 1473-09-15: gerechtelijke verkoop (p 66)