moutmaker | 1597-05-02

R.A.H. O.R.A. 1063 fol 114 no 105
Achternamenindex

Balten Cornelisz, schout, Jan Willemsz en Thoenis Jansz, schepenen in Overveen, oorkonden dat Reyer Ysbrantsz, buerman tot Schoten, erkende verkocht en mitsdien schuldig te zijn aan Jan Jooste, moutmaker binnen Haerlem, een jaarlijkse losrente van 18 gld 15 st per jaar, losbaar met 300 Kar gld, onderpand een stuk land groot 3 morgen te Aelbertsberg, belend zuid en west: Floris Jansz, buerman tot Aelbertsberg, noord: de stad Haerlem, oost: de Delft; en nog sijn bleeckerij, mede gelegen in de ban van Aelbertsberg, belend west en noord: Arys Jacopsz, oost: Willem Jacopsz, zuid: Reyer Ysbrantsz zelf. Gecasseerd 1601-02-05

borgen: Jan Ysbrantsz, broer van Reyer Ysbrantsz en Floris Jacobsz alias Lange Floer, zijn zwager, mede wonende te Overveen

Transportregister Bloemendaal; Haarlem: de Delft. 1608-04-30: Jan Jooste te Haarlem bezit een losrente op blekerij te Overveen