Mathenesse, van | 1347-12-15

Reg Rotterdam en Schieland no 587, 585
Achternamenindex

Willem, abt van Egmond, verklaart op verzoek van heer Jan van Pollanen heer van der Lecke, in leen gegeven te hebben aan heer Danel van Mattenesse, ridder, al het goed dat zijn ouders van de abdij in leen hielden, onder bepaling dat als hij zonder kinderen overlijdt, het goed zal komen op zijn broer Jan van Mattenesse, als die kinderloos overlijdt, zal het goed aan de abdij vervallen; 1347-12-13: Daniel van Mattenesse maakte na het overlijden van zijn broer Dieric aanspraak op dit goed, doch de abt beweerde dat het aan de abdij vervallen was; de heer van der Lecke, heer Mathys van der Borch en heer Jacob van der Borch doen uitspraak hierover

Uytternesse