Palick | 1339-05-29

Ned Leeuw jg 02-1938 p 54, 55
Achternamenindex

Druda weduwe van Gerardus van Sevenar heeft met toestemming van de proosdes van Vreden een tot Lutteke Ropelwijc behorend hooiland daarvan afgescheiden en afzonderlijk verkocht onder voorwaarde dat het aan Ropelwic jaarlijks een tijns van 2 gr Tourn tbv van het Stift zou afdragen; Druda belooft dit bedrag tegelijk met de gehele tijns van Ropelwijk te zullen betalen; vgl 1358-12-20: het kapittel van Vreden verpacht aan de Augustijnen heremieten te Wezel de hoeve Ropelwic, met uitzondering van het hooiland dat aan Trude weduwe van Gerhardus de Zevenaer verpacht is

bezegeld door Everwinus de Zevenar, officiatus comitis Clivensis