Poeijt | 1421-02-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 112v, 113, 126v, 127v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jorden Poeijt Evertsz draagt over dat ½ slach lants, onderdeylt, gelegen in den Slage, belend landwaarts: jvr Belije, vrouw van Vrederic van Voerde en Lubbert Symonsz, zeewaarts: Henrix erfnamen van Endoven; vervolgens wordt Reyner Poeijt Evertsz hiermee beleend; onder staat (doorgehaald): "Int jaer dat men screef XXV op den 8e dach van OLVr conceptio, droech Reyner Eversz, op alle alsulke goede als hi van onser abdien hielt, ende die ontfenc Jan van Amerongen"; daaronder staat (Doorgehaald): "Int jaer ons Heren als men screef XXVI des Donredages na St Pauwelsdach conversio droech Jan van Amerongen op ½ van desen goede voors. ende dat ontfenc Joffer Foijse Gysberts wijf van der Maet was dair voir gehult Proest van Stoutenborch"; 1425-12-16~: Reyner Poijt Evertsz draagt dit op tbv Jan van Amerongen, die beleend wordt; 1426-07-04: Jan van Amerongen draagt "die alinge helft van den slage" op tbv jvr Foijse, die vrouw van Ghijsbert van der Maet was, zij wordt beleend; 1426-04-03: Jan van Amerongen draagt over: een ¼ tbv Godert van der Maet, en ¼ tbv Geertruud Rolofsdochter van der Maet, en zij worden beleend

mannen: Tyman de Langhe, Evert van Doem; Jacob die Voecht, Roelof van Wisschel; 1426: Vrederic van den Voerde, Gysbert Godscalc; Tyman de Lange, Roloff van Wisschel