Rijswijk, van | 1230-05-07

v.d. Bergh I no 322/Noordbrabantse Charters p 24/Van Mieris I p 209 en 206
Achternamenindex

Dirk van Altena erkent dat hij zijn slot Altena en met zijn bloedverwant Willem van Hoorn, zijn leengoed in Zuid Holland en Woudrichemmerwaard in leen houdt van de graaf van Holland en dat de graaf het recht heeft om krijgsvolk te leggen in zijn slot en toren te Altena (08 mei); 1231(1230)-03-20: Dirk van Altena verklaart dat hij het kasteel te Altena niet zal verpanden zonder voorkennis van graaf Floris noch zijn leengoed bij Giezendam gelegen

Nycholaus de Putte, Willelmus de Striene [van Strijen], Willelmus Molendinarius, Gerardus [dezelfde als Ghelekinus en Gerardus dictus Ghelekyn] en Symon de Ryswyk [dezelfde als Simon van der Burch], Johannes de Wychen, Walterus de Altena, Amelis de Werken