Roon, van | 1366-10-07

Reg Rotterdam en Schieland no 898
Achternamenindex

Zweder van Apcoude, heer van Gaesbeke, Putte en Strijene en de broers Peter en Boudyn van Roden verklaren de uitspraak over hun geschillen over te laten aan arbiters, die bepaen dat de heer van Putte zijn heerlijkheden zal behouden, zoals de paal staat op de dijk in Roden, waarover de schouw van de graaf gaat, zuid: de paal die op de Wale staat tegen over de grote werg in Aelbrechtswairt; Pieter behoudt de heerlijkheid van Roden tot de genoemde palen

scheidslieden: Symon van Teylinge, Willem van der Marwede, riddres; heer Niclaes, pastoor van Roden, Jan Aernts van Abbenbroecke, Willem Zomerlant en Wouter heer Pouwelsz, rentmeester van het land van Putten en Strijen