Rover, de | 1642

Taxandria jg 1923 p 260
Achternamenindex

Willem Thijs Roovers, oud 88 jaren, wonende te Berlicum, getuigt dat zijn vader Thijs Willem Roovers pachter was van de Nuenveldse Hoeve, toen achtereenvolgens toebehorende aan de jonkers Adriaan en Christoffel Spiering en daarna aan Mechteld Spiering, en nadat zijn vader in 1579 overleed, hij hem als pachter was opgevolgd, van 1565- 1583, waarbij hij nooit iets anders ondervonden had dan dat het hout dat op deze bouwhoeve groeide, vrij was van de houtschat