Zevender, van der | 1434-12-11

R.A.H. Coll Aanw 204 fol 573, 212 fol 305, 311v, 323v
Achternamenindex

Floris van Alkemade contra Jan van der Zevender, gedagvaard op 1434-11-15 met jvr Liesbeth van Vlueten, Willem van Bouchout, Jacobus van Dobben, Daniel Dirksz, schout van Langerak; 1434-12-11: Jan van der Zevender zal zich verantwoorden bij de Raad betreffende zekere brieven die Floris "ontzeyt ende verbernt waren bij zijnen wijve, ende geleyt hadden geweest onder de priorin van de Witte Vrouwen te Utrecht"; 1441-03-12 (1440): geschil van Jan van de Sevender van de Wael met Floris Willemsz en Henric van Alkemade over de erfenis van Florys van Alkemade, leengoed en tiende; Jan was te Den Haag verschenen doch de anderen niet; 1441-05-21: Jan is in het bezit van dit leengoed en hij verweert zich door te zeggen dat deze zaak voor leenmannen thuishoort; de Raad wijst sententie en Jan wordt in het gelijk gesteld omdat zijn brieven een jaar ouder zijn dan die van Floris en Henric