Smit | 1543-01-12

Schepenrol Hoorn 4147
Achternamenindex

"Achtervolgend d'eijsch ende conclusie genomen bij den schout op ende jegens een Jacob Pietersz de smit, dat diezelve tot diversche stonden ende tijden bedreven soude hebben sekere insolentien van zijn wijf bloedich ende blaeu te smiten ende alsoe vuyten huijse te jagen, dat hij ter cause van dien behoert gecorrigeert te wesen nae gelegentheyt van de saicken tot arbitrage van mijn heren van den gerechte. Ende alsoe deselve Jacob op geenen dagen hem beteijken voor recht gecomen is, maer altijt vellich gebleven. Alsoe nae goede informatie die myn Heren van den gerecht hiervan gebleken is, condemneren deselve gedaechde dat hij sculdich sal wesen de schout te bethalen die somme van 11 Karol gld tuschen dit ende die naeste rechtdach, of bij gebreecke van dien dat hij die houten huijck sal dragen"