Vuren, van | 1403

Reg Gelderse Leenakten 11e stuk p 598
Achternamenindex

Herbern van Vueren, erve van zijn vader Otto: - huis en hofstat te Roemde, met het water van de molen, 8 morgen land, half de windmolen en het gemaal, met lijftocht voor zijn vrouw Udele dochter van Waltart Reinoltsz, belend door: Otte van Buren, Roeloff van Gellinchem, Dirck Bouts kinderen; 1407: ook aan de molen te Herwinen, "so lange sij nyet herhylickt"; 1424: idem, belend tussen Marienweerd en zijn broer heer Otte van Vuren; 1425: Otto van Vueren, erve van zijn vader Herbert; 1444: Walraven van Haeften bij transport van Otte van Asperen van Vueren Herbernsz en Johan van Herwinen Jansz, ontvangt elk de helft van de wind en windmolen; 1468: Otto van Asperen van Vueren ontvangt huis en hofstat te Roemde, met de visserij in de Linge, 8 morgen op Roemde op de Spijck, met belendingen genoemd; 1473-10-05: Otto van Vueren Herbertsz, erft op Aleyt Adaemsdochter van Hoekelem, en als zij geen kinderen heeft op de erven van Ot van Vueren; 1475-09-24: Aleyt van Heukelom vrouw van Johan van Weerdenborch; 1481-10-15: Dirk van Weerdenborch, onmondig, erve van zijn moeder Aleyt, behalve de lijftocht voor zijn vader Johan