Vuren, van | 1439
Reg Gelderse Leenakten 5e Stuk Uitheemse lenen p 62
Achternamenindex
8 morgen te Tricht in het land van Buren, belend tussen Johan van der Donck en Willem Rolofsz erfgenamen, geerfd van Herman van Hoekelum op Jut Wannen, weduwe Rolof Gadertsz; met haar zoon Gadert transporteert zij dit goed op Otto van Vueren; 1468: Ot van Asperen van Vueren ontvangt dit leen, geheten de Arkelse hoeven, gelegen in de Maet, benevens het land van Jan van der Donck; 1473-10-05: Otto vernieuwd eed, het leen zal vererven op Alijt van Heukelom Adamsdochter; 1475-09-24: Alijt van Heukelom vrouw van Jan van Weerdenborch; 1481-10-15: Dirck van Weerdenborch, onmondig, erve van zijn moeder Aleijt, behalve de lijftocht van zijn vader Johan; 1487-01-02: zijn broer Johan vernieuwt de eed; 1495: Catrin van Vueren, weduwe van Gysbert van Giessen en vrouw van Johan van Boemel, beleend, met lijftocht voor haar man; 1495: Johan van Weerdenborch, Dircks broeder, "kent dit leen voor sijn nyet ende begeerde het nyet te verheffen"