1318-06-15 |
Cartul St Jan Haarlem no 663
Haarlem Algemeen
Jacob, bisschop van Zuden, oorkondt dat Haseciaen van Zaenden, dochter van wijlen Jan van Zaenden, om aflaat van al haar zonden, al haar goed heeft opgedragen aan graaf Willem, die ze vervolgens aan het St Janshuis te Haarlem heeft geschonken, onder voorwaarde dat Haseciaen het vruchtgebruik van deze goederen behouden zal zoolang zij leeft. Ende waer dat haers ghebrake so verlie wij die ene helft van den voers. goede op haren Gherride Dullaerde Bartelmees Dullartszoen te comen, die te gebruiken zoolang hij leeft, ende wanneer sijns ghebrake weder te comen aen St Janshuis voorn. Als zij kinderen nalaat daar "sij ene sont menske is", dan zullen deze kinderen zoolang zij leven het vruchtgebruik van de andere helft dier goederen genieten. Ook zal zij het recht hebben in het St Janshuis te komen wonen en in de orde te treden