1489-09-04 |
Cartul St Jan Haarlem no 938, 939, 940
Haarlem Algemeen
broeder Jan Willem Jansz, commandeur te Haerlem, erkent verhuurd te hebben aan Mathijs Diricxz binnen Hairlem ⅓ deel van onsen Croft, gelegen bij den Hout, beziden die baen, tot an die acker van de molenwerf, zoo groot of klein Pieter Zijbrantsz van ons plach te bruycken, ende hoert toe die pitancij van onsen Goidshuyse, om 12 R gld sjaars en een achghelen raepsaet en 34 raepkoken, elk jaar. Het andere ⅓ deel verhuurt hij aan Dirc Bannenz op dezelfde voorwaarden. Hij gebruikte dit deel van ouds. Het laatste ⅓ deel aan Zybrant Jansz bij den Hout, op denzelfden dag en onder dezelfde voorwaarden
tugen: Otte Spinder van Renen en Lubbert Jansz