1559-02-10 |
Bissch Oud Arch Haarlem ….... (?)/St Michielsklooster Haarlem
Haarlem Algemeen
schout en schepenen in den banne van t Hofambacht oorkonden dat Guert Jansdochter met Baernt Jansz haar gecoren voogd in deze, erkent schuldig te zijn aan het St Michielsconvent te Haarlem, 200 Kar gld ter oorzake van de uijtcoop van de erfenis van vader, moeder, broeder, oomen of moeijen, die t convent zou mogen aankomen van Styntgen Lourisdochter, bagijn binnen de voors. convent. De rente zal bedragen 12 Kar gld sjaars, onder onderpand van al haar goederen. Zij stelt tot onderpand "twee maden lands gelegen in den banne voors, belend noord: Erm Jansdochter mit hoir kinderen, zuid: Claes Cornelisz, streckende van Cornelis Henricxz Toll zijn lant of tot an Henrick Cornelisz, den voorn. scepen mit syn evenknyen". Op een notarieel afschrift van deze oorkonde ook afschriften uit de rekeningenboeken van het convent. De extracten van de rekeningen tot en met het jaar 1571 vermelden "van Stynken Laurens weghen 10 gld". Dan volgt: op Louris Jansz erfgenamen tot Spaerwoude sjaer 12 Kar gld, gecomen van Styntgen Lourisdochter (vgl 1558-12-16)
Coen Claesz, schout, Aris Fredericxz, Henrick Cornelisz, schepenen