1393-06-17 |
R.A.H. Coll Aanw 46 fol 139v/Reg Albrecht V fol 88
Haarlem Algemeen
hertog Albrechts zeggen over Claes doot van der Meer en Jan Eylaertszoons quetsinge, daer Jan Eylaertssoon voir geloeft heeft te waren aen die een side, ende Willem Noests quetsinge ende Claes Diederic Jan Claes Diedericszoons quetsinge, daer Gheryt Jan Claes Diedericszoonszoon, Jan van der Laen Willemszoon van Tetrode, Claes Dirc s Pape zoons zoon ende Heinric Jacob Heynenzoonszoon voir geloeft hebben te waren aen die ander side. De hertog verklaart dat de reeds gemaakte zoen niet gehouden is. Claes Diederic en zijn magen zullen nu om de zoen te vervullen aan Jan Eylaertszoon en Claes zijns zoens maghe moeten geven 250£. Claes Diedert voors. zal een bedevaart moeten doen tot St Jacob in Gelissgen. Claes Diedert zal voorts kloosterwinninge moeten doen tusschen Maas en Zype voor Claes ziel van der Meer. Claes Didert voirs. wordt tevens voor eeuwig uit Haarlem gebannen, en zal hier niet mogen terugkeeren tenzij bi wille Jan Eylaertszoon voirs. ende bi wille Claes mage van der Meer, zyns zoens. Wat voorts de quetsing aan gaat die Jan Eylaertszoon en zijn magen deden aan Claes Diedert voirs in den Hage des Dinsdags na Pinxterdag lestleden, dit wordt aan Jan kwijtgescholden wegens de doodslag op diens zoon Claes van der Meer voorn. etc