1421-08-04 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 38/1 no 129/St Elisabethsgasthuis
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat heer Dirc Baeck, priester, met zijn momber Claes Jansz die barbier, geliede dat hij kwijtgescholden heeft aan de gasthuismeesters binnen Haarlem: 1) 3 gouden Ghentse nobelen sjaers op de stad Haerlem, 2) 4 maden lants gelegen in den ban van der Liede, belent zooals de betreffende brief inhoudt, 3) al de roerende en onroerende goederen die heer Dirc voorn. bij zijn dood na zal laten, onder condicie dat hij zoolang hij leeft daarover nog in volkomen vrijheid zal mogen beschikken. En onder voorwaarde dat de gasthuismeesters hem een camer in het gasthuis zullen bezorgen en eten en drinken etc tot zijn dood toe etc

Dirc Gheryt Gherytsz.z en Jan van der Lane, schepenen