1424-08-24 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 157/7/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haarlem oorkonden dat Doeve die Rode voor zich zelf en de kinderen die hij heeft bij Lijsbet Jan Baertssoensdochter eener-, en Jacop Matheeusz, Jan Matheeusz en Katrijn Matheeusdochter met haar broeder Jacop voorn. als voogd en momber van Doeven stipkinderen anderzijds, erkennen met elkander gedeeld te hebben al het goed dat Doeve en Lijsbeth tezamen hadden, binnen of buiten de stad Haarlem. Doeve en zijn kinderen ontvangen: ¾ deel van het huis en erf gelegen in die Meerstraet [Veerstraet ?], daer Doeve en Lysbeth in woenden toen zij stierf, met ¾ deel van de renten die daarop staan. Verder nog ¾ deel van het huis en erf in die Crusstrate die Symons van Tetrode plach te wesen met ¾ deel van de renten die daarop staan. Verder de rente als Doeve had staan Heynric Hugensoens ...... etc. De anderen ontvangen een stucke lants gelegen int noorteynde van Schermer, geheten dat Neskelant. Item so sullen Jacop, Jan ende Katryn voors. ontvangen het huis en erf in die Smeetstrate met ¼ deel van de rente die daarop staat
Dirc Jan Claes Florysz.z (zegel: boven in het schild 3 zespuntige sterren naast elkaar, daaronder 3 meerbladen, de stelen naar beneden) en Gherijt van Spaernwoude Ysbrantsz (een klimmende leeuw met een barensteel erover heen), schepenen