1428-11-17 |
Van Mieris IV fol 939/Privilegeboek Haarlem p 91
Haarlem Algemeen
Jan van Heemstede, ridder, heer van Benthusen oorkondt: dat ik om der liefde ende gunste wille, die ik tot der goede stede van Haerlem hebbe, geloeft hebbe en geloove mit desen brieve om mynre genad. Vrouwe van Holland te vervolgen en te vercrigen een confirmatie totter stede behoef van Haerlem van sulke heerlicheden ende rechten als mij ende myn voirvaders tot desen dage toe gehad hebben, welke heerlicheden ende regten gelegen sijn binnen der Vriheden van Haerlem die de stede vercregen heeft van onsen lieven genad. Heere van Bourgondien. Indien hij de confirmatie niet krijgt, dan verklaart hij wegens geleend geld aan de stad schuldig te zijn 20 gouden Vrancr cronen. Indien hij deze niet tijdig betaalt, zal hij inkomen in Haerlem met een knecht en 2 paarden in leisting, en daar zolang te blijven dat er betaald is