1453-1454 (4) |
G.A. Haarlem Thesauriersrekening Haarlem I no 203
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 28v) Huijge Koc, bode, Jan die Herten, knecht; (fol 29) 1453-06-16 Hubert [de bode] gesent an de schout van Uitgeest roerende van Jan van der Meer, so men dair Jan syn lant panden woude; (fol 29v) bode an Willem van Zwieten in den Hage om te vertellen dat de zaak van Zybrant Gherytsz gedadinct was, Claes Persijn met brieven naar Dordrecht en St Geertrudenberg; (fol 30) idem met brieven naar de schout van Bergen roerende Zybrant Gerytsz, Hubert naar de schout van Egmond met verzoek om de zaak van Floris Engbertsz uit te stellen; (fol 31) op 2 Jan. Claes Persyn ghesent tot Heemstede mit brieve an Jan van Heemstede, bailiu van Kenemerlant, roerende die vangenisse van Gerrit Jansz van Heemstede, 1454-01-04 Claes Persyn naar den here van Brederode tot Brederode om hem te vragen wanneer hij tot Haerlem wezen wilde om te spreken over de vangenisse van Philips Jansz; (fol 31v) op 11 Febr. Hubert naar Velsen om Gheryt Willemsz van Velsen omdat hij een tuijch soude doen van Jan van Bekesteyn en Jan van Huessen, op 13 Febr. Hubert tot Brederode ende in die Santpoirt an den here van Brederoede enen antwoorde te hebben van hem opt begeren van der stede om geleide te hebben voir Martyn van der Laen, dat hi niet doen en woude; (fol 32v) op 19 April Symon in den Oudevader haesteliken ghesent te paerde mit brieve an den rentmeester, op 30 April tot Uutgeest an Louwe Henricsz om die 24 sc grote die de stede verleijt hadde totten verleggen van den nuwen sluijs op ten Nuwendam, daer Louwe voirs. voir gelooft hadde; (fol 32a) uitgegeven den schout, gerecht en dienaars, van klederen: Aelbrecht van Raephorst, schout, Claes van Ruven, Gheryt Jansz van der Meer, Aernt Pietersz, burgemeesters, Jan van Huessen, Garbrant Claesz, Gheryt van Noertich, Jan Hert, Pieter Braeuwe, Gheryt Jan Dirck Tymansz en jonghe Gheryt van Berkenrode, schepenen, huerlyc gegeven te hulpe tot sijn stede tabbert 8£ groten, facit 88£. Item Harbaren van Foreest den burgemeester voor zijn stede tabbert 2£ 13sc 4d, den 4 thesauriers als Jacob Gherytsz van Hillegom, Gheryt Berwoutsz, Jacob Meynertsz en Jan Claesz uiten Gasthuse gegeven hoirlyck voir hoir caproens 16£. Claes Gheryt en Wouter Jansz, clerken, voor hun tabbert elk 4£ en Willem Paedze 8£, facit 16£. Item Jacob Spiker, Jan Dircsz, Dirck van Zanen Meynertsz ende Salomon Jansz, roedragers, elcx voor zyn tabbert 4£, 16£. Item Claes Persyn en Hubert der stede messagiers, elk van hun tabbert 4£, facit 8£, Jan die Wynscroeder van zijn tabbert ½ £ groten = 4£, Claes Willemsz der stede duerwaerder, idem