1456-10-27 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 94/Cartul Zijlklooster Haarlem fol 39
Haarlem Algemeen
scepenen in Hairlem oorkonden dat voir ons quamen broeder Bartout Boltwijnsz, priester, confessor van het Zijlklooster te Haerlem van wege voorn. convent, in de naam van Pieter Florens Willemzoensdochter, professide medenonne in denselven convent, met haar voogd Symon van Noirtich, met consent van de raad der stad en van de voors. Pieter Florensdochters magen mit horen vier vierendelen, an die een zijde, Florens Heerman als man en momber van zijn vrouw juffrouw Janne Florens Willemszoensdochter, ende Willam Florens Willemsz.z. voor zich zelf, an die andere zijde. Ende gelieden an beijden zyden dat zij minnelijk van elkaar gescheiden zijn van al de erfenis die Florens Willamsz voirs. ende sijn wijf joffr. Hyldegont [beide] achtergelaten hebben dair of die partyen an beyden zijden hebben ende behouden zullen alle sulke goeden als Florens voorn ende zijn wijf Hyldegont aftergelaten ende geruymt hebben mitter doot, dats te weten huijsinge, erf, renten, gelt, onroer, tylhave ende alle anderen goederen, onroerende ende roerende waar zij gelegen zijn. Daarentegen zal het convent voors. uit naam van Pieter Florensdochter, medenon voors, hebben en behouden alle alsulke goeden als joffrouw Hyldegont aan haar dochter Pieter bewezen heeft voor haars vaders erve, hetzij lant, cleynoden, imboedel etc. Item sal het convent met Pieter voorn. behouden voir al hairs moeders erve: Eerst een stucke lants gelegen in den banne van der Wijck, ende belent hebben zuid: Symon van Adrichem, noord: Claes Florensz, oost: Garbrant Claesz, west: Florens Heerman ende Willam Florensz. Verder een zilveren schaal en de lijfrente op de stad Haarlem, haar aangekomen bij dode van haar vader en moeder. Hiermede verklaart het klooster afstand te doen van al de aanspraken op de bovengenoemde erfenissen, behoudelyk dat Florens Heerman en Willam Florensz voirs. hem beyden ende voir hoiren erven, dat convent voirs. vrij, quyt ende scadeloes houden sullen van alle zulke testament ende sculden, als Florens Willamsz ende jvr Hyldegont besproken ende aftergelaten hebben mitter doot
Jan van Adrichem en Jan van Spanckeren, schepenen